Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 14 mei 2025


Hier vindt hij drie Spaansche oorlogsschepen en veel bedrijvigheid; als hij wordt aangehouden door een Spaansche patrouilleboot, vertoont hij zijn charterpapieren en cognossement, aan de firma Jakobszoon en Olins, die hun kantoor hebben in de Wolstraat, dicht bij de Engelsche kade te Antwerpen.

Daarop noodigen de twee heeren hun kapitein, die zich zoo flink gehouden heeft, uit, om met hen te soupeeren. "Ga met ons mede," zegt Jakobszoon, "het is juist de avond, waarop ik uitga. Wij zullen een flesch drinken in De Geschilderde Herberg."

Zoo noemde de een zich Jan Pieterszoon, de ander Klaas Dirkszoon, een derde Harmen Tijmenszoon en zoo heette ook onze graanhandelaar, toen hij te Amsterdam kwam wonen, Laurens Jakobszoon.

Wij treden een deftig koopmanshuis op het Water binnen, in welks luifel wij een fraai vergulden reaal zien prijken, naar welk muntstuk men gewoon is den bewoner, Laurens Jakobszoon, in onderscheiding van zoovele anderen als dien naam dragen, te noemen.

Laurens Jakobszoon Reael had niet lang te Amsterdam gewoond, toen de onlusten ter zake van den godsdienst een aanvang namen. Gij weet ongetwijfeld, hoe onder Karel V en vooral onder Pilips II de Inquisitie alle pogingen in 't werk stelde, om de Hervorming, die hier te lande vele aanhangers telde, te onderdrukken. Reael behoorde ook onder hen, die de leer der Hervormden omhelsd hadden, en hij wist zelfs, met vier andere vermogende burgers te bewerken, dat het aan hunne geloofsgenooten werd toegestaan, openbare godsdienstoefeningen binnen Amsterdam te houden. In weerwil daarvan bleef hij zeer gezien bij de toen nog Roomschgezinde Overheid der Stad, en niet zonder reden. Het was gedeeltelijk aan zijne bemoeiingen te danken, dat de beeldenstorm, die elders zoo hevig woedde, te Amsterdam geen plaats had: en hij wist op verzoek der Regeering, zelfs met levensgevaar, een oproer te stillen. Ook blonken zijn beleid en voorzichtigheid uit in het bevorderen der rust ten tijde van Brederodes kortstondig verblijf te Amsterdam. Prins Willem I had aan hem groote verplichting; onder andere leende Reael hem eens f

En Guy duwt den koopman in zijn stoel terug, waaruit hij half is opgestaan, en houdt hem het charterpapier onder den neus. "Wat wat is dat?" stamelt Bodé Volckers. "Het is een charterbrief van de firma Jakobszoon en Olins, voor capitan Andrea Blanco. Gij kent capitan Andrea Andrea Blanco?" hij knikt hem veelbeteekenend toe, "van het schip Esperanza?"

"Verwenscht! gij hebt gesmokkeld!" roept de koopman uit. "Als ge er u hebt ingewerkt met uw infame zeemanspractijken en ons daardoor ook hebt gecompromitteerd, dan kunt gij ook hier blijven en de gevolgen dragen, kapitein Blanco. Ik help u niet." Dat antwoord is ontmoedigend. Het bewijst Chester, dat Jakobszoon niets weet van de twaalf kisten met goederen, die Olins in ontvangst heeft genomen.

Zijn stukken blijken in orde te zijn, en partij trekkende van den vloed, laat Chester op een mooien dag in Mei, terwijl de ondergaande zon den fraaien toren van de Onze-Lieve-Vrouwekerk verguldt, het anker vallen voor Antwerpen, passeert ongemoeid het douanekantoor en gaat met zijn cognossement en charterpapieren naar het huis van Jakobszoon en Olins. "Hoezee!

"Nu niet," zegt de ander kortaf, de deur sluitend, "maar Andrea Blanco, kapitein van een Spaansch koopvaardijschip met huiden, talk en Spaanschen wijn in cognossement aan Jakobszoon en Olins, zijn lading lossende aan de Engelsche kade."

Gij zijt aan de plunderende Geuzen ontsnapt, mijn waarde kapitein Blanco," roept de oudste firmant Jakobszoon uit, een blozend, zwaarlijvig persoon. Jan Olins, een man met een net geschoren gelaat en deftige manieren, merkt op: "Gij hebt er uw schip netjes doorheen gebracht. Als het gouvernement deze Hollandsche vrijbuiters niet weet te verdelgen, is het gedaan met den handel van Antwerpen."

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek