Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 24 juli 2025


In een interessante monografie van Dr. B. Hagen, »Die Orang Kubu auf Sumatrain 't begin van dit jaar verschenen, wordt een overzicht gegeven van de litteratuur over het volk der Koeboes; zij begint in 1827, toen J. E. de Sturler, de ontdekker der Koeboes, over hen schreef in de Bataviasche Courant; na dien tijd zijn zij herhaaldelijk bezocht en beschreven.

Goenther echter zeide, en hij geloofde niet, dat het gebeuren kon : "Als men Hagen het hart uit het lijf snijdt en het bloederig op mijn hand legt, zal ik mijn leven met Fafners goud afkoopen." Toen sneden Atli's mannen Hialli, den kok van den koning, het hart uit het lijf en legden het bloederig op een schotel en boden het Goenther aan.

Eens zond Atli gezanten naar het land der Gibichungen, om Goenther en Hagen uit te noodigen op zijn burcht. Want Atli wilde nu ook een gedeelte van het goud hebben, dat Siegfried nagelaten had. Ook had Atli gehoord, dat er een geheime liefde bestond tusschen zijn zuster Ortroen en Goenther. Atli was hierover zeer vertoornd en hij wilde de Gibichungen dooden.

Hij leidde ze in alle mogelijke kringen en bochten en scherpe hoeken door hagen en langs dijken naar beneden, en waar heen hij ging moesten ze meê. Hij blies onophoudelijk op zijn fluit, die van hoorn scheen gemaakt te zijn, hoewel de horen zóó klein was, dat er in onze dagen geen dier bestaat, waar die van zou kunnen zijn. Niemand wist ook wie dat fluitje gemaakt had.

Dan zijn 't ruime uitzichten op weiden en korenvelden, van rijwegen en voetpaden doorslingerd, met blauwende hoogten en een van licht tintelenden waterspiegel in de verte, of landhuizen met hun plantsoenen en bloemperken, naar landsgebruik achter hooge hagen of muren wel wat al te veel verscholen.

Daarop zeide Hagen: "Wij slachtten veel vee, en dan druipt er veel bloed. Gij hebt van arenden gedroomd, maar het zijn ossen." Toen zwegen beiden. Maar ook de vrouw van Goenther was ontwaakt, en zij zeide tot hem: "Ik zag u aan een galg hangen om verslonden te worden door slangen en gij waart nog in leven, het wereldeinde was nabij, wat moet dat beduiden?

Maar eeuwig zullen wij samen zijn, Siegfried en ik." Goedroen Hagen en Goenther namen na den dood van Siegfried en Brunhilde al het goud, dat aan Fafner had toebehoord en zij verborgen het in den Rijn. Toen ontstond er oneenigheid tusschen de Gibichungen en Atli, die de broeder van Brunhilde was.

Goenther overlegde zeer lang bij zichzelf en riep tenslotte zijn vertrouwden Hagen en vroeg hem om raad. Hagen zeide tot hem: "Het past ons niet om eenmaal gedane beloften van trouw met het zwaard te verbreken. En er zijn geen gelukkiger menschen, zoolang wij over het volk regeeren en Siegfried bij ons is.

Maar wat zou mij Dit hooggetij Der schoonheid zijn, zoo gij 't niet deelde? Want uw gelaat In schoonheid gaat Der wereld schoon zóó zeer te boven, Waar dat niet is Blijft droefenis Op 't blauw der lucht, op 't groen der hoven. Zij loopen achter de hagen In het licht van den glorie-dag; Zij kunnen het niet verdragen Maar lachen een luiden lach.

Schenker, sta op en laat de dienaren gouden schalen vol drank aan de gasten geven." De vrouw van Hagen kwam in de zaal om de gasten te begroeten, en ook de vrouw van Goenther kwam en zorgde voor hen. Meisjes droegen mede binnen en er werden vele hoornen leeggedronken, totdat allen verzadigd waren. Toen zocht een ieder zijn legerstede op. De vrouw van Hagen was zeer verstandig.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek