Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 3 juni 2025
"Nee, 'n toespijs, ommelet of zoo iets.... Bij ons op college zijn er meisjes, die er altijd eten; 't moet er goed zijn." "Maar zou de juffrouw 't niet gek vinden.... niets begrijpen...." "Maar m'n hemel, de ploerterij!" praatte Else Han na. "Kom, trek gauw je laarzen aan; 't is niet ver."
Ze zou straks Marietje even om 'n flesch pruimen of abrikozen sturen; dat was frisch, en zou haar misschien wel smaken;... eens 'n dag niet eten, als je in bed lag, was wezenlijk zoo erg niet, er was geen reden om haar moeder ongerust te maken. Als 't morgen niet beter was, kon ze naar den dokter gaan; bovendien: Han kwam vanavond, en 'n nacht slapen kon zoo enorm veel goed doen.
Willen de dames nu gaan zitten?" gebood hij, president-deftig, en Else liep dadelijk gedwee naar haar stoel, maar Go zei: "'k moet nog even opschenken, Han," tot uitbundige vreugde der vergadering, "omdat zoo'n meisje geen idee had van subordinatie aan den praeses."
Om vier uur kwamen Han en Beerenstijn. Ze gingen tusschen de anderen zitten, praatten met doffe stemmen over "de oude heer, die er zoo kapot over was geweest, dat die twist niet bijgelegd was." "Zijn Leeden en Neerwinden er nog niet met de brieven?" "Nee." "Er zal wel wat voor hém bij zijn. Hans zal 't wel goed gemaakt hebben natuurlijk."
En als Gerard vraagt, hoe deze levenswijze me nu bevalt, dan kan ik lange verhalen van lof houden; maar ik wéét 't alleen met m'n verstand. In mijn hart voel ik 't anders. Dit samenwonen is uitstekend, en 't moest veel meer door jongens worden gedaan; ik zou wel willen, dat Gerard en Han en Eduard ergens met hun drieën gingen wonen.
Van Furfooz tot Chaleux en van Rochefort tot Han, is het eene bijna onafgebroken reeks van grotten en spelonken, waarvan de wondere aanblik den geest met verbazing en schrik vervult.
Van Furfooz tot Chaleux en van Rochefort tot Han, is het eene bijna onafgebroken reeks van grotten en spelonken, waarvan de wondere aanblik den geest met verbazing en schrik vervult.
Die gaan malkander in 't haar vliegen, zeiden de omstanders, vol ongeduldig genoegen. Hi han! hi han! riep de schipper. Lamme wilde van zijnen ezel stijgen, om steenen op te rapen en naar den schipper te werpen. Met geen steenen smijten, zeide Uilenspiegel. De schipper zeide iets in 't oor van het jongetje, dat naast hem op de boot aan 't hihannen was.
's Avonds waren ze weer samen: Gerard en Eduard, moe en nerveus, praatten eerst over zaken met Han en Beerenstijn, scharrelend met papieren en verklaringen. Toen kwam Otto naar Go om te vragen, of ze geslapen had; en ze spraken er kalm-treurig over, hoe alles geregeld zou worden voor de begrafenis.
"Stap nu allemaal op 't midden van de brug," hijgde ze, toen ze bij 't oude ophaalbrugje gekomen waren, "dan veert 't zoo heerlijk." Ze véérden; lachten luid; en toen ze er af danste en in 'n vaart de hol af naar het oude huis toeliep, waarvan Han de deur al met Else's sleutel had geopend, zei Gerard tegen Hans: "Dat kind lijkt net 'n vogel, in dien wijden, grijzen mantel 'n wilde vogel."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek