Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 17 juni 2025
Toen de stoet bijna het paleis bereikt had, werd Gyges plotseling staande gehouden door iemand, die hem bij zijn kleed greep. Hij keek om en zag een hem onbekenden man, die hem te kennen gaf dat hij zwijgen moest, door den vinger op de lippen te leggen. »Wanneer kan ik u alleen en onopgemerkt spreken?" fluisterde hij den zoon van Cresus in het oor. »Wat wilt ge van mij?"
Nu zal het niet veel moeite kosten hem te vangen. Bedenk dat Psamtik ons vijftig gouden ringen toegezegd heeft, wanneer wij den Athener, dood of levend, te Saïs brengen. Dit berichtte mij Sebek, de roeier, die u sinds zeven jaren dient, Phanes!" Met de grootste kalmte had de Athener het verhaal van Gyges en dat van den slaaf aangehoord.
Van gemeen krijger ben ik gezant van Cambyzes geworden; maar wat blijft u nog na te jagen overig, gij, die thans reeds na den koning de grootste in geheel Perzië zijt?.... Maar, bedriegen mijne oogen mij niet, dan rijden Zopyrus en Gyges aan de spits der ruiterschaar, die ons van de zijde der stad te gemoet komt.
Toen de markt vol was zijn er tien wagens en twee barken met Ethiopische soldaten, onder aanvoering van een Egyptisch hoofdman, heimelijk naar Naucratis getogen, om dezen nacht het huis van Rhodopis te omsingelen en hare gasten gevangen te nemen." »Die verraders!" riep Gyges. »Maar wat zouden zij uw vader durven aandoen?" vroeg Darius. »Zij weten toch dat de wraak van Cambyzes......"
Gyges heeft mijne ziel bewaard voor het verwijt, onschuldig bloed vergoten te hebben, en u verhinderd lage wraak te oefenen aan een man, aan wien uw vader groote verplichting heeft." »Zoo wilt gij dan dit voorval voor Cambyzes geheel verzwijgen?" »Neen! ik zal het hem in een brief mededeelen, doch schertsende, gelijk dit mijne gewoonte is, en hem tegelijk voor Phanes waarschuwen.
Den volgenden dag trok de oude man, met zijn zoon Gyges, naar de hem in eigendom geschonken stad Barene, alwaar hij nog vele jaren leefde, als een vader zijner onderdanen, door Darius in hooge eere gehouden, door al zijne tijdgenooten geprezen.
De jongelingen sprongen van hunne zitplaatsen op, om den eerwaardigen man welkom te heeten, die, als door den bliksem getroffen, bleef staan, toen hij het gelaat van Bartja herkende, dat door het maanlicht helder werd verlicht. »Wat is u overkomen, vader?" vroeg Gyges, terwijl hij bezorgd de hand van den grijsaard vatte.
»Misschien," antwoordde Darius, met een smartelijk lachje, »kan ik u, bij uwe terugkomst, wel eene tweede, ja eene derde vrouw toonen." »Dat geve Anahita," riep Zopyrus. »De Achaemeniden zouden spoedig uitsterven, als allen deden gelijk Araspes en Gyges. Gij met uwe éene vrouw, Bartja, handelt ook niet als het behoort.
Daar lagen geheele hoopen gouden en zilveren vaatwerk, vrouwen- en manssieraden, die van edelgesteenten fonkelden...." »Maak wat voort, wij hebben weinig tijd!" viel Gyges den spreker in de rede. »Gij hebt gelijk, ik mag geen woorden verspillen. Ik verbeurde mijn leven, doordien ik een gouden, rijk met edelgesteenten bezette zalfdoos, uit het paleis uws vaders afkomstig, voor mij had behouden.
»Laat ons hier omkeeren," riep Gyges, de zoon van Cresus zijn jongere makkers toe, over wie hij bij afwezigheid zijns vaders het toezicht had, daar hij zag dat de menigte der nieuwsgierigen, die hen volgden, bij iedere schrede grooter en lastiger werd.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek