Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 28 mei 2025
"Zoo de hoofsche taal van den Graaf u verlokt heeft," zeide Adeelen: "zoo gij, mijne Heeren! al de beleedigingen, die ons hier worden aangedaan, als zoete koek gelieft op te eten, het is mij wel. Ik ben ongelukkigerwijze van een min gemakkelijken aard en zal niet rusten voordat ik den hoon gewroken heb, den Frieschen naam en mijn Madzy aangedaan."
Na afloop van het steekspel, zoo beloofde hij, zou hij zich aan graaf Bernard bekend maken, tot zoo lang verzocht hij zijn gastheer, hem te willen verontschuldigen.
Lachend zei ik in me zelf, dat, ten tijde van Adam, de perziken dan wel buitengewoon groote afmetingen moesten hebben gehad. De graaf d'Asumar bleef bijna tot den avond en zoodra hij weg was, zei mijn meester me hem te volgen. Wij gingen naar Eufrasia, die op honderd pas afstand van ons huis woonde.
Eenigen tijd na mijn tweede huwelijk, kwam zij weder tot mij en verzocht bescherming voor haar zoon. Zij was, zooals ik toen hoorde, een Geldersch meisje en door een Spanjaard verleid geworden. Den knaap liet ik opvoeden, en nam hem tot page, na den dood van Graaf Lodewijk.
Al wie echter billijk dacht, moest de gunst rechtvaardigen, door den Graaf aan de beide jongelingen bewezen. Men zag den mangel aan een erkende afkomst over het hoofd, wanneer men de stoute feiten, door hen bedreven, en de krijgskundige bekwaamheden, die zij bezaten, in aanmerking nam.
Willem van Nassau, prins van Oranje, werd stadhouder van Holland, Zeeland, Westfriesland en Utrecht, de graaf van Egmond van Vlaanderen en Artois. De stadhouders waren te gelijker tijd de bevelhebbers der in die provinciën gelegerde troepen.
De verraders zegepraalden; Mahu won de gunst van den graaf, maar die gunst was tijdelijk, terwijl, zes eeuwen na zijnen dood, Jan Yoens immer voort leeft in de harten van het dankbare nageslacht. Philips Van Artevelde. Het was in het jaar 1382. In de benedenkamer zijner woning, eenzaam, bij het vallen van den avond, zat een rijzig man in diepe gedachten verzonken.
Robrecht van Bethune en Willem, zijn broeder, hadden hun dravers bij de zijde huns vaders gebracht; Raoul de Nesle en De Chatillon waren insgelijks nevens Charles de Valois, hun Veldheer, genaderd. Deze sloeg de ogen met medelijden op de witte haren van Gwyde en op het neerslachtig gelaat van zijn zoon Willem, en sprak: "Ik bid u, edele Graaf, geloof dat uw smartlijk lot mij pijnt.
De Graaf, die haar blijkbaar had verwacht, trad terstond naar haar toe, nam haar eerbiedig bij de hand, welke Reinout losliet, en geleidde haar onder een heusche betuiging van welkom bij de Gravin. Dit alles had zoo spoedig en zoo achtereenvolgens plaats gehad, dat niemand tijd had gevonden, van de eerste verwondering over die onverwachte verschijning terug te komen.
Disdir Vos gaf hem gelijk en ging zelfs nog verder: hij was van gedachte dat men den nacht moest afwachten en het vuur aan de vier hoeken van den burg steken, om den graaf en de hatelijke Isegrims, die hem het onrecht geraden hadden, te verbranden en onder de puinen van den burg te begraven.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek