Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 2 juni 2025
Er zijn pagina's in dit boekje bij de afzonderlijke lectuur waarvan men zou kunnen meenen, dat de zeer ontwikkelde schrijver het werk van een ouderen, maar veel minder vergevorderden broer onder handen genomen had zoo goedig beschermend of vriendschappelijk bespottend is daar de toon.
Want de adulescens, ijdel op zijn jonge-rolgezicht, dat hij maar zelden achter een masker verborg, ging prat op de gunst der vrouwen en maakte er bijverdienste uit, in de hoop zich los te koopen. Neen, zei de adulescens goedig, ijdel lonkende tot Fabulla, wie het lonken wel vermaakte, maar wier arm bleef om den kolom-nek van den jongen reus.
Van jongs-af lette ik vry nauwkeurig op eb en vloed van modewoorden. Ik herinner me den tyd toen «bluf» geboren werd. De lezer ziet hoe goedig ik hem gelegenheid bied tot goedkoope spotterny. Ik heb de woorden «type» «humor» en «genie» in de kindsheid hunner populariteit gekend. «Bepaald» is jonger. Een der nog jongeren is «intens» om nu van «objektief» en «subjektief» niet te spreken ...
Het jonge meisje, dat reeds de kruk der eetkamerdeur in de hand had, keerde zich hoog blozend om waarlijk, dáár stond Doortje met de keukenlamp; hier hing de groen verlakte ganglamp aan den wand, en tante was juist uit hare kamer gekomen en hield de hand voor de waskaars, waarvan het volle schijnsel op haar oud, goedig gezicht viel. "'t Is best mogelijk!" sprak zij, alsof ze boos was.
Als toelichtend voorbeeld moge hier gelden mijne ontmoeting van dezen middag; ik zat goedig ergens, in een soort societeit, te lezen, toen opeens de gapende deuropening de gestalte omlijstte van eenen ongeschoren superieur met slecht geknipt hoofdhaar.
Zij doen 't netjes, arg fatsoenlijk, fain! zei de bootsman en met een goedig lachje: zoo hold je die joengens bezig oend blijft 'r 't goed humeur in.
Ik heb je al meer gezegd, dat ik al dat geren en geschreeuw in huis niet hebben wil! hervatte mevrouw Van Rijssel ontevreden. Bedenkt toch, grootmama wordt langzamerhand oud en kan niet meer tegen dat lawaai. Ach! sprak mevrouw Van Erlevoort goedig; ze speelden maar een beetje, nietwaar Tien?
Zij schenen goedig van aard te zijn, en lagen, evenals varkens, in diepen slaap tegen elkander gedrukt, maar te midden van zooveel vuil en stank, dat zelfs varkens zich daarvoor geschaamd zouden hebben. Elke troep werd geduldig, maar onheilspellend bespied door de oogen van den kalkoenschen buizerd.
Hierbij trok hij het hoofd naar binnen en sloot het venster. Sommige van de buren, die den aard van dien man wel kenden, spraken goedig tot Andreuccio: In 's hemels naam, vriend, maak bijtijds, dat je weg komt en laat je niet doorsteken, ga veilig weg zooals men je zegt; dat is het beste.
Men kon er al niet meer van zeggen dan dat hij goedig was, niet zeer vernuftig, zwak en oprecht. Deze gezamenlijke hoedanigheden maakten van hem een dompelaar, niet bestand tegen de luttele aanvalletjes van het gewone leven, een schamelen menschenschuwe en, op slot van rekening, dan toch nog een gelukkigen jongen. Hij was het altijd geweest, van kindsbeen af.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek