United States or Republic of the Congo ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Op het hofje woont niemand onder de zestig jaar," ging Suzette voort: "ik kom er 's morgens heel vroeg, zoodra de poort opengezet wordt, en blijf er den heelen dag bij mijn moeder; maar slapen mag ik er niet. Vóór tienen moet ik er vandaan, en's avonds na zevenen mag ik er zelfs niet meer op. O, wat zou ik geven als ik mijn moeder nu nog maar eens even mocht goenacht zeggen!..."

Zij zijn nieuwsgierig, en naar beneê' Zouden ze heel graag komen; Maar ze zijn bang voor de groote zee En voor de hooge boomen. 't Is boven óók donker ... maar zij hebben licht! De zon gaf ze allemaal lichtjes, Voordat hij naar bed ging; die houden ze dicht Bij hun gouden sterregezichtjes. Zij kijken, en lachen, en knikken goênacht, En zeggen: "je moet gauw gaan slapen."

Bruusk stond hij overeind, als een die al gezegd heeft wat hij zeggen wou, wenschte een korten goenacht en was meteen de deur uit. Verbaasd en onthutst keken Vaprijs en Rozeke elkander aan. Zij voelden wel dat zij niet bij machte waren om tegen zoo'n kerel op te staan. Vanaf dat oogenblik werd ook Smul de onbetwiste boer en baas der hoeve.

Maar wat voor een leger zal ik hier vinden?" »Het zal proper zijn: Giulietta zal het u spreiden." »En wat voor eten zal men mij hier voorzetten?" »Het zal lekker zijn. Giulietta zal het u klaarmaken." »Dan, mijn vriend laat haar vooral de kropsla er niet bij vergeten!" Ik had goênacht gewenscht, en zat, in het hokje dat mij tot slaapkamer dienen moest, bij het getraliede vensterken.

"Hoe heerlijk is het kind met lachjes op de wangen, Met traantjes soms, maar ras door lachjes weer vervangen, De goede trouw in 't oog, en 't uitzicht zoo gerust! 't Slaat een verwonderd oog op 's werelds bont getoover, En geeft zijn jonge ziel zoo blij aan 't leven over, Als 't ons zijn lipjes biedt als 't wordt goenacht gekust."

Ja wel, zie daar, ’k begin weêr van ’t verhaal te gaapen; Ik slaap al praatende; goe nacht. WOUTER. Goenacht, ziedaar Ik zweer je zo... maar zacht, ik hoor in huis gebaar. DANDYN in ’t venster. Waar zyt gy Oratyn?

Men maakte me vaak bang door angstig te roepen: »Jan, kijk eens achter je!" Dan schrok ik hevig, of er een spook achter me was, dat me meteen aan zou grijpen, en ik vloog hard weg, naar moeder, of naar bed. Meest was dit een pleziertje voor 's avonds, als ik in mijn nachtkleeren goênacht had gezegd. Dan riep een der oudere jongens: »Jan, kijk eens achter je!" en ik holde naar bed.

Uw vaders neven zijn zijn minnaars niet. Zoo gaat het praatje in stad hier. 'k Wou maar zeggen: Zij zijn afgunstig op uw erfenis, Hun gretige oogen schelen naar uw wijngaard Als Achab keek naar Naboths vetten akker. Maar dat is enkel 't praatje van een stad Waar 't vrouwvolk te veel klapt. Goênacht, mijn Heer. Haal een pijnfakkel, Bianca.