United States or Romania ? Vote for the TOP Country of the Week !


Gisela, vrienden andante maar zoo kalm en stillekens maar andante!" Het bleek eene melodie van wonderlijke bekoring voor ons althans, op dat oogenblik.

Ik vroeg hem naar Gisela en de tweelingen. Daar betrok weder zijn gelaat. »O!" zeide hij, »die maken 't goed gezond ten minste. Gisela is bij hare zieke tante in huis, die haar in haar testament wel niet onbedacht zal laten. Wat de jongens betreft" Hij hield zich in, en schudde het hoofd. »Nu, de jongens?"

Een hoofd gluurde naar binnen, en trok zich haastig terug. Maar het kwam weerom, gevolgd door den ganschen Walter, die stil de cello ter hand nam, en mee den stok deed glijden over de snaren: »Sollst nicht uns lange klagen Was alles dir wehe thut; Nur frisch, nur frisch gesungen! Und alles wird wieder gut." »Walter! Hugo!" snikte Gisela »laat alles weer goed zijn!".... Ik hoorde twee kussen.

Er was tusschen hen een hevig tooneel voorgevallen, waarbij de een den ander in woedende verwijtingen niets gewonnen gaf. »En nu", vervolgde Werner, »nu haten zij elkander onverzoenlijk. In geen anderhalf jaar hebben zij elkaar willen zien. Gisela trekt het zich deerlijk aan.

Kunt ge nu ook niet te gelijk elkaar bekennen dat ge een paar dwazen zijt geweest, en dat eene zotte minnegril niet waard is dat twee edele harten er elkaar om kwellen?" Dit alles zou ik tot hen gezegd hebben, indien ik hen bijeen had kunnen krijgen. Maar juist hen bijeen te krijgen, was de kunst. Ontmoedigd zette ik mij naast Gisela, die op eene bank voor het huis zat.

"Doe me 't plezier, Eli", zei ze: "jij lees beter as vader". "Je hoofd staat 'r nie na". "Doe me 't plezier", zei ze, mat. En in de wachting op Juda, vervolgde-die van Gisela, 't zonlicht op 't boek, de woorden in dwaze verte gesproken.

"Welk boek lees je?" , vroeg-ie dan, de vette kaft van 'n gehuurden roman, omklappend : "Zoo zoo Marlitt Marlitt Rijksgravin Gisela" en 't reepje krantepapier wegtrekkend, waar ze gebleven was : "zal 'k je 'n brokkie voorlezen?" Ze zei niet ja, niet nee. En met 'n grokkige stem, de romantische phrases komiek vindend, begon-ie: "Gisela was doodsbleek geworden.

In het sterfhuis trof ik niemand dan Gisela en de beide broeders de laatsten nog altoos even hardnekkig op elkander gebeten. Somber gingen zij elkaar uit den weg; geen woord werd er tusschen hen gewisseld; zelfs van een vertrouwelijk gesprek met het zusje scheen elk hunner zich weerhouden te voelen door eene mengeling van schaamte en trots.

Gisela was een meisje met meer gevoel dan schoonheid; doch ook haar gevoel zat diep verholen, en scheen dán eerst mild naar het daglicht te wellen, wanneer zij muziek maakte, of als het er op aankwam een blijk te geven van hare innige zusterlijke gehechtheid aan beide hare broeders. Walter en Hugo waren een tweelingpaar een merkwaardig menschelijk duplicaat.