Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 18 november 2025
Deeze achteloosheid moet geweten worden aan zekeren LAURENT, een Fransch Kamerdienaar van den Colonel. De scheurbuik en andere ziekten, vertoonden zig gevolgelyk weldra.
"Juffertje!" zei ik: "het hangt van mij af, om te blijven leven; maar dan moet ik dienst nemen bij uw vader; en zie je, dat kan ik nu zoo maar niet met mijn geweten overeenbrengen." "En waarom niet?" vroeg zij, met een heel natuurlijk stemmetje. "Ja!" zei ik zoo, "om dat rooversbedrijf, dat strijdt zoo wat tegen goddelijke en menschelijke wetten."
Dat Jan Verhelst tot dan bij iedereen voor een eerlijk man en een waakzaam bediende had doorgegaan, wist hij wel; maar hoe kwam het nu, dat hij en zijne vrouw in tranen smolten en van verschriktheid schier niet konden spreken? Zeker, de notaris was hun een vriend; maar dit verklaarde hunnen eindeloozen angst niet. Slechts een schuldig geweten kon zoo diep ontsteld zijn, meende hij.
Wij moeten hier bijvoegen, dat Javert persoonlijke bezwaren had; de vermaningen van zijn geweten paarden zich bij die van den prefect. Hij twijfelde werkelijk. Jean Valjean ging met den rug naar hem gekeerd, in de duisternis.
Hij dorst hen aanzien de overlevenden van den Pelgrim, wier oogen nu op hem gericht waren. En terwijl hij in hunne blikken las, dat hij op hen kon rekenen, zeide hij hun in twee woorden dat zij zich op hunne beurt op hem konden verlaten. Dick Sand had in alle oprechtheid zijn geweten onderzocht.
Maar als de godsdienst je dan geen wegwijzer zijn kan, laat mij dan een beroep doen op je geweten. Want gevoel voor goed en kwaad heb je toch? Of ... heb je dat misschien ook niet? NORA. Och, Torwald, daarop kan ik ik moeilijk antwoorden. Ik weet 't waarlijk niet! Ik ben heelemaal in de war met alles. Ik weet alleen dat ik een heel andere opvatting van die dingen heb dan jij.
Hij was verward; zijn geest had zijn doorschijnendheid verloren, er was een nevel in dat kristal. Javert voelde in zijn geweten den plicht zich verdubbelen, en hij kon zich dit niet ontveinzen. Toen hij zoo onverwacht Jean Valjean aan den kant der Seine had ontmoet, was er in hem iets geweest van den wolf, die zijn prooi herneemt, en van den hond die zijn meester wedervindt.
De monniken beschuldigden hem nu van medeplichtigheid aan ketterij, en noemden hem een scheurmaker; maar hij wees hen op paragraaf elf van de keizerlijke ukase betreffende de dissenters, waarin met zoovele woorden te lezen staat dat ieder mag gelooven wat zijn geweten hem gebiedt, en deswege geen overlast zal lijden, zoolang hij door zijne pogingen om anderen te bekeeren geen onrust en ergernis verwekt.
Als ik geweten had, wat een opstoker van dienstvolk gij zijt, ge waart in mijn huis niet gekomen. Daarover wil ik het met u wel eens nader hebben. Kom maar binnen! Ik zal je danken! Stuur me mijn volk terug! Dat valsche tuig heeft niets bij u te maken! Haal ze! Hij antwoordde niet, maar ik hoorde fluisteren. Hij was dus niet alleen.
"Die boodschap kan ik niet overbrengen, grootmama," zeide Army hoffelijk, "ik kan mijn geweten onmogelijk met een leugen bezwaren." De oude dame lachte, en hem een tikje op de wang gevende, sprak zij: "Niet spotten met uw oude grootmoeder!" Army kuste haar de hand. "En wat heeft u mij nog meer te zeggen?" "Ja, waarlijk, ik moet u nog voor iets waarschuwen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek