Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 mei 2025


Ook had ze niet over haar lot geklaagd; dat zou zóó ondankbaar geweest zijn, vond ze. Och heden, daar waren zij al bij de gracht, dan moest ze Evert nu terugsturen en zelf ook weer naar huis gaan. Juist wilde zij haar vriendje goedendag zeggen, toen een grappig tooneeltje voor het smalle hoekhuis der stille gracht, haar aandacht trok.

Achter haar kwam de blinde grootmoeder, door haren kleinzoon, door haren vriend Sander, geleid. Allen waren met pakken beladen, als ondernamen zij eene langdurige reis. Ongetwijfeld hadden zij nu sedert zeven lange doodsche dagen zooveel geweend en geklaagd, dat de bron hunner tranen was opgedroogd.

"Wel, dat zou ik voorzeker verwachten," antwoordde Gurth; "want de vroolijke monnik van Copmanshurst is bekend, en doodt de helft van het wild, dat in dit bosch gestolen wordt. Men zegt, dat de boschwachter bij den abt over hem geklaagd heeft, en dat hem zijn monnikskleed zal uitgetrokken worden, als hij zich niet beter gedraagt."

Voor dat men aan tafel ging, bracht een slavin bij ieder der gasten een bekken water en een handdoek en datzelfde gebeurde, als ze opstonden. In de huizen van de rijken stond zelfs achter iedere stoel een slaaf met een palmblad om koelte toe te wuiven of om de vliegen te verdrijven, die plaag, waarover zo vele reizigers aan de Kaap al geklaagd hebben .

De avond verliep kalm en gelukkig in tegenwoordigheid van vorstin Warwara, die bij Wronsky geklaagd had, dat Anna ook in zijn afwezigheid morphium had ingenomen. "Wat zou ik doen? Ik kon niet slapen ... de gedachten hielden mij wakker. Als hij er is, neem ik het nooit, bijna nooit!"

't Ware beter, dat zij wat meer op hun eigene zaken letten, want de boerderij ziet er zoo verwaarloosd uit, dat het God geklaagd is. Toe Marten, help het schaap even uit den nood, dan zullen wij het hooi, dat te velde ligt, opschudden. Misschien kunnen we het dan nog voor den avond op roken zetten." »En jij, Anna, help mij de tafel afnemen en de vaten wasschen," sprak de moeder.

Elken morgen, tot er veertien dagen voorbij waren gegaan, moest zij van zonsopgang af zoo haar droefheid toonen, tot een andere vrouw, bloedverwante of buurvrouw, stil haar hand op den mond van de klaagster legde en haar op die wijze deed begrijpen, dat ze genoeg had geklaagd voor den dag.

»Kind! kind! moest gij veinzen tegen uw vader, moest gij niet het eerst uw geheim leed hebben geklaagd aan mij!"

"Satansche feeks," mompelt de pandjesbaas, terwijl hij nijdig naar de deur ziet, waardoor de vrouw verdwenen is. "Zij ruïneert me heelemaal. 't Is God geklaagd. Laat eens zien... 't Is nu," hij telt de cijfers, die in het boekje staan, op, "twee honderd zestig... negentig, drie honderd... Wel vervloekt!" roept hij hardop... Miauw, zegt de poes, die de slaperige oogen opent.

Gedurende de laatste weken nog had hij geklaagd over een pijnlijke stijfheid in zijn linkerarm en bijna door zijn heele linker zij. Moest zij hem dan niet helpen, hem verzorgen op alle mogelijke manieren, alles voor hem in orde maken en klaar zetten? Had hij niet menigmaal gezegd, dat zij alleen er was als het zonnetje, om den avond van zijn leven te vervroolijken?

Woord Van De Dag

fabelland

Anderen Op Zoek