Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 21 mei 2025
"Waarlijk," zei de ridder, "heilige heer van Copmanshurst, men noemt mij in deze streken den Zwarten Ridder, en velen voegen er den bijnaam van den Luiaard bij; maar ik ben er ook niet erg op gesteld, om aldus onderscheiden te worden." De heremiet kon zich nauwelijks van een glimlach onthouden over het antwoord van zijn gast.
"Bedenkt wat ge doet, mijn heeren," riep de Prior, "eer ge de handen aan kerkelijk goed slaat. Deze dingen behooren inter res sacras, en wie weet, welk oordeel u treft, als ze in ongewijde handen blijven." "Daarvoor zal ik zorgen, eerwaarde Prior," zei de kluizenaar van Copmanshurst, "want ik zal ze zelf dragen."
"Heilige man," zei de ridder, "op wiens gelaat het den hemel behaagd heeft zulk een wonder te verrichten, sta een armen, zondigen leek toe, naar uw naam te vragen?" "Gij kunt mij den geestelijke van Copmanshurst noemen," antwoordde de heremiet; "want onder dezen naam ben ik in deze streken bekend.
"Een gevangene van mijn zwaard, en mijne lans, edele kapitein," hernam de kluizenaar van Copmanshurst; "van mijn boog en mijne knots, moest ik liever zeggen; en echter heb ik hem door mijne heiligheid uit een nog ergere gevangenschap gered. Spreek, Jood, heb ik u niet uw geloof, uw Pater en uw Ave Maria geleerd?
Ga dus zitten, en vul uw beker; laat ons drinken, zingen en vroolijk zijn. Als gij maar een mooi liedje kent, zult gij te Copmanshurst welkom zijn op een stuk pastei, zoo lang ik in de kapel van St. Dunstan dienst doe, dat, indien het God behaagt, zoolang zal zijn, tot ik mijn grijs gewaad met een dekmantel van groene zoden verwissel.
"Wel, dat zou ik voorzeker verwachten," antwoordde Gurth; "want de vroolijke monnik van Copmanshurst is bekend, en doodt de helft van het wild, dat in dit bosch gestolen wordt. Men zegt, dat de boschwachter bij den abt over hem geklaagd heeft, en dat hem zijn monnikskleed zal uitgetrokken worden, als hij zich niet beter gedraagt."
"Wanneer hebt gij meer zulk eene groote teug water gedronken, heilige monnik van Copmanshurst?" vroeg de Zwarte Ridder. "Niet sedert mijn wijnvat lekte, en de drank door een verkeerde opening er uit liep, en mij niets overbleef, dan de bron van mijn beschermheilige hier!" hervatte de monnik. Hierop handen en hoofd in de fontein dompelende, wiesch hij er alle teekenen van den nachtelijken roes af.
"Spreek er niet meer van, broeder," zei de koning; "nadat ik zooveel slagen van Heidenen en ongeloovigen gekregen heb, zou het onverstandig van mij zijn, vertoornd te worden over den klap van een zoo heiligen kluizenaar, als dien van Copmanshurst.
Intusschen vervolgde hun aanvoerder met zijn twee metgezellen, die hem nu met grooten eerbied, zoowel als met eenige vrees beschouwden, hun weg naar de kapel van Copmanshurst.
"Drink hael, heilige man van Copmanshurst!" antwoordde de krijgsman, zijn gastheer met een even vollen beker bescheid doende.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek