United States or Paraguay ? Vote for the TOP Country of the Week !


Weet gij, wreede zoon, dat uwe woorden die schrikkelijke voorzeggingen behelzen?" "Ja, dit weet ik," antwoordde Geeraart met hardnekkige koelheid, die den ouden vader eene siddering over het gansch lichaam joeg. Wat ijselijk geheim vond hij in het hart zijns zoons!

Voorwaar, indien het zwaard hem niet had doen herkennen, zou men niet hebben kunnen zeggen, wie van beiden, of hij, of Herman de veroordeelde was. Wat men als zeker mocht aanzien, was, dat Geeraart meer door schaamte en droefheid gepeinigd werd dan degene, dien hij rechten moest.

Al den moed, al de krachten, welke hem nog overbleven, vereenigende, hief Geeraart het zwaard boven den hals van den veroordeelde, met een waar voornemen om wreedelijk toe te slaan.

Tusschen het ineengedrongen volk en dicht bij het schavot stond Lina; het hart klopte haar sterk in den bangen boezem, en wellicht zou zij daar geweend hebben niettegenstaande degenen, die haar omringden; maar zij was gekomen om Geeraart aan te moedigen, en zij gevoelde, hoe slecht zij door hare tranen dit doel kon bereiken.

Zijne zuster verlatende, liep hij naar eene gracht en besproeide met het water, dat hij medebracht, het aangezicht en de borst van Geeraart, die dan ook allengskens tot zich zelven kwam.

Alsof de zielskracht van Geeraart waarlijk in Lina ware overgegaan, hielden hare tranen eensklaps op van vlieten, en hem beziende met blikken, die nog strakker dan de zijne waren, vroeg zij: "Welnu, wat eischt gij dan?" "Ik eisch, dat gij mij vergeet en mij alleen aan de smart en aan de verachting overlaat. O, Lina, geef mij dien troost!" "Weegt mijne liefde u zwaar, Geeraart?

Geeraart bezag het meisje met beweeglooze oogen; men zou gezegd hebben, dat hij zijne ziel in haar wilde overzenden; want hij staarde met zulke kracht op haar, dat zij hem losliet en, op eenen stoel nederzinkende, hem toeriep: "O, Geeraart, bezie mij toch zoo niet! Het leven ontgaat mij onder uw gezicht...."

Hetgeen hem nu gebeurde, geschiedde telkenmaal als een scherprechter zich in een gezelschap van burgeren dorst begeven. De ongelukkige Geeraart boog verduldiglijk het hoofd en bezag het bier, dat van zijne kleederen leekte zonder een enkel woord tegen zijnen wreeden vijand te spreken.

Dit was zijn gewoonlijke groet; maar bij gebrek aan woorden, die hij weinig gebruikte, spraken zijne oogen de diepste dankbaarheid en de innigste liefde. "Geeraart," riep Lina, "wat hebt gij? Uwe hand is koud als lood! God! er is bloed aan uwen hals...." "Het is niets, Lina; in de duisternis heb ik mij onvoorzichtiglijk bezeerd.

Lina had hem den akeligen toestand van Geeraart uitgelegd, en hij, met wilde edelmoedigheid begaafd, had onwederroepelijk gezworen den kop in te slaan aan den eerste, die eenen steen naar den jongen beul werpen zou, indien dit moest gebeuren.