Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 juni 2025
De geheele vacht is geelachtig rood, van onderen een weinig lichter, met uitzondering van de borst en de keel, die wit zijn. In Nederland komt zij niet voor, in de meeste andere landen van Middel-Europa wel.
Als Cadix ons wordt aangewezen, moeten wij ons tevreden stellen met het geloof, dat ginds, waar een wat geelachtig gekleurde strook zich vertoont, met schimmen van bergen daar boven, een bloeiende handelsstad ligt. Maar allengs klaart het wat op, en wij komen ook dichter bij land.
Het was dien dag brandend heet; en daar het blauwe meer er zoo klaar uitzag, ijlde ik, verstikt van het stof, de sintelige helling af, tastte gretig naar het water doch vond dit tot mijn groote spijt zoo zout als pekel. De rotsen op de kust wemelden van groote, drie tot vier voet lange, zwarte hagedissen, terwijl op de heuvels nog eene leelijke, geelachtig bruine soort algemeen voorkwam.
De lommen tuimelen voor ons heen; angstig beproeven zij zich in de lucht te verheffen, en storten zich dan weer met den kop omlaag in de diepte. De meeuw stoot zijn schril geluid uit en de kormoraan vliegt met stillen vleugelslag voorbij. Zoover het oog reikt, rijen zich eilanden aan eilanden; de boomgroei wordt steeds schraler, maar toch bedekt nog een licht, geelachtig groen de fijne rotswanden.
De staartveeren zijn van boven blauwachtig groen met metaalglans, van onderen zwart; de binnenvlag van de beide buitenste paren stuurpennen is wit. Het wijfje is dof olijfgroen van boven, geelachtig grijs van onderen; de slagpennen en de staartveeren zijn grijsbruin.
Onopgemerkt of zonder herkend te worden trekt ieder jaar een Boschzanger, die in het verafgelegen Oost-Azië broedt, door Europa en soms ook door ons vaderland om op een afstand van vele duizenden kilometers van zijn nestelplaats, in West-Afrika, den winter door te brengen: dit doet de Grauwstuit-boschzanger (Phylloscopus superciliosus). De bovendeelen van dezen Vogel zijn dof olijfkleurig groen; een licht geelachtige, tamelijk breede, met zwart omzoomde streep, die bij het neusgat aanvangt, strekt zich over de oogen uit tot aan den achterkop; over het midden van den kruin loopt een tweede, onduidelijke streep van lichtere kleur dan de omliggende veeren; de zijden van den romp, van den krop tot de schenkels zijn teer groenachtig geel, overigens zijn de onderdeelen geelachtig wit; de slagpennen en de staartveeren zijn zwartbruin, naar buiten met smallen olijfgroenen zoom; de slagpennen zijn ook aan de binnenzijde wit gezoomd; de armpennen en de grootste bovendekvederen van den vleugel hebben aan de spits een bleekgelen rand, waardoor twee lichte dwarsstrooken op de vleugels ontstaan. Dit vogeltje is 9
Te Wemeldinge, ten zuiden van Goes, vindt men zulke tooneeltjes ook, getuige dit haastige schetsje, dat mij een mijner meest typisch hollandsche gewaarwordingen gaf: een avondhemel van lichtgrijze kleur, een geelachtig kanaal, een langzame schuit, stijve molens, bruine polder, witte beesten met zachte omlijning, oude man in gedachten, stilte.... Zelfs de hond blaft niet, als een schaap den verkeerden kant uitgaat, maar bepaalt er zich toe, zijn snuit tusschen de pooten van de afgedwaalde te steken.
De bovendeelen zijn dof olijfgroen, welke kleur op de buitenzoomen der zwarte slagpennen in dof groenblauw overgaat; de veeren van het voorste en bovenste deel van den kop zijn karmijnrood, die van den achterkop zwart; zwart zijn ook de zijden van den kop met uitzondering van twee zwavelgele strepen, een smalle boven en een breede onder het oog; de eveneens zwavelgele plek op kin en keel is van achteren begrensd door een donker karmijnroode dwarsband, waarop weder een oranjegele band volgt; de overige onderdeelen zijn geelachtig wit, met breede, donker appelgroene, overlangsche schaftvlekken geteekend.
De rug en de pooten zyn donker blaauw; de zyden en de buik zyn van een zoort van geelachtig groene kleur. Even als de zak of die losse huid, welke hem onder de keel hangt, is het lyf van dit dier op verscheiden plaatsen zwart en bruin gespikkelt. Zyn oogbol is van een fraay bleek rood; zyne klaauwen zyn donker kastanje bruin.
Over dit alles giet de zon een geelachtig licht uit; vooral tegen den avond is de weerspiegeling van het zonlicht in het water bij uitstek hinderlijk. Gedurende tien uren per dag zijn wij aan de brandende stralen blootgesteld, zonder andere bescherming dan onze panamahoeden, waarom wij een doek gewonden hebben.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek