Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 30 april 2025
Bij het zwemmen toont hij dezelfde kracht en volharding als bij zijne overige bewegingen; zonder eenige aarzeling begeeft hij zich te water, en zwemt breede stroomen over. Zijn stem is een dof gebrom, veeleer een diep uit de borst komend geknor dan een gebrul.
De winkeltjes van groenten, gebak, kruidenierswaren zijn in alle mohammedaansche steden bijna gelijk, en overal ook ziet men dezelfde straattooneelen, het martelaarschap van de zachtaardige ezeltjes, die met harde woorden en slagen worden overladen door hun geleiders zonder dat ze weten waarom, en het gebrom der altijd ontevreden kameelen.
In den beginne was het een luid gebrom van afkeuring onder Rodolphe's vrienden, toen zij van zijn liaison hoorden, maar daar mademoiselle Mimi een zeer innemend persoontje was, volstrekt niet preutsch, en, zonder hoofdpijn te krijgen, hun tabaksrook en litteraire gesprekken kon verdragen, raakte men al spoedig aan haar gewend en behandelde haar als een kameraad.
Wij sarden hem, als zijn meester er niet bij was, met lange stokken, waarmede wij hem op den kop of op de ruige vacht tikten, wat hij eerst eenige oogenblikken goedig toeliet, doch daarna plotseling met een woest gebrom beantwoordde. Och, och, wat wisten wij van beenen maken. Pieter-neef, die ook in ons gezelschap was, zag doodsbleek van den schrik en liep, of de dood hem op de hielen zat.
't Was de heetste van al de heete zomerdagen, en het gebrom van vijf en twintig studeerende scholieren had een even slaapwekkenden invloed als het gegons van een bijenzwerm. In de verte, in den glans van den zonneschijn, verhieven zich door een lichten, doorschijnenden sluier van warmen zomerdamp, dien de afstand met purper had getint, de groene heuvelen van Cardiff.
De aderen op zijn voorhoofd zwollen; de oogen liepen rood op en een diep, dof gebrom als van een wild dier rees in zijn keel. De groote massa wijn, die tot nogtoe onder gunstige omstandigheden slechts zijne beminnelijke eigenschappen sterker had doen uitkomen, wekte thans het onbedwongen dierlijke van zijn karakter tot heftigen storm.
Hij was niet zoo fijn opgevoed als zijn zuster. Men kon nauwelijks aan die verwantschap tusschen hen gelooven. Mrs. Vane vestigde hare oogen op hem en verbreedde haar glimlach. Zij zag in haar zoon een groot publiek. Zij was overtuigd dat zij een tableau vormden. Je kon wel wat van je zoenen voor mij overhouden, Sybil, zei de jongen, met een goedig gebrom.
Aanstekelijk werkt dit grommen op heel de verbitterde massa; het wordt een zwaar, gonzend, opstandig gebrom, langzaam groeiend en aansterkend tot nog onverstaanbaar, dreigend woordgezwatel; hoofden en handen komen in onrustig gebaar; oogen drinken haat uit anderer haatvervulde oogen.... In dien toestand van nog onderdrukte opgewondenheid, geraakt heel de massa, met de lotelingen, tot buiten de Haarlemmerpoort.
Maroessia luisterde nog even naar het gebrom van hun stemmen, maar eindelijk behaalde de vermoeidheid de overwinning. Zij viel in slaap en werd nu inderdaad doof en stom.
Als 't dof gebrom van verre donderslagen, Op vleugels van den storm de dalen rondgedragen, En met den hollen galm van kluft en rotsspelonk Al romm'lend voortgerold in dreunend berggeronk, Verhief zich 't woest gejuich der Duivlen naar den hoogen; Klonk door, tot voor den throon van 't Eeuwig Alvermogen, En bonsde op 't wolkgordijn dat voor den zetel strekt, En 't vlekloos Wezen voor der Englen oog bedekt; Ja 't stoort één oogenblik de Choren onder 't zingen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek