Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 18 juli 2025
Zij vroegen het ongeloovig Merlijn en malkanderen: de twee Koningen vroegen het malkander en; Ysabele, met een snik, vroeg het Guenever: Sterft Gawein...? En zij konden het geen van allen gelooven! Gawein, hij, die zoo sterk, zoo jong, zoo mannesterk, zoo mannejong hun in den strijd had toe gestraald, een aartsengel gelijk, Sint Michiel met den vlammenden brant gelijk... Gawein stierf......?
En het zwaard hoog geheven in de rechtervuist; gebeurde dit niet alles zoo snel als het niet is te zeggen of te zingen door vinder of minstreel? Naar Camelot! riep Gawein den baroenen toe, die stegen weêr op en het was een hevig gevecht tusschen de baroenen en hunne schildknapen met de Noordhumberlanders.
En Gwinebant, in zich wèl ijzerzuchtig op Gawein om Ysabele, die schoone, deed zich geweld aan en voegde er hoofsch aan toe: En de ophaalbruggen lagen immer neêr gelaten. Gawein glimlachte hoofsch terug. Ik begrijp, zeide hij, zeer welwillend.
Hij nam toen het lijk van Didoneel en legde dat over diens ros heen, dat hij bedaarde. En de jonkver en Gawein stegen op. Gawein geleidde het ros van Didoneel en de jonkvrouw geleidde Mordrets ros. En zij reden het foreest binnen en zwegen. Zij reden stapvoets en zwijgend en de weg was lang en wendde eindeloos zich door het woud.
En, ach ja, toen Gawein Ysabele aan Amoraen volgens ridderbelofte was komen afstaan, was deze reeds zoo fortuinelijk van de aarde verscheiden, zoodat Gawein de jonkvrouw voor zichzelven had kunnen behouden, al had hij het Zwaard moeten geven aan koning Mirakel, om het Scaec voor Koning Artur te krijgen....
En voor Merlijns voeten versmeulde weg de Kar tot een witte asch, terwijl Gawein ongedeerd, hoewel verbijsterd, stond, als nog omgeven door Merlijns wijd gebaar. Tooverië! Tooverië!! riepen de baroenen en angstig de edelvrouwen, door elkaâr, dringende duwende. Maar Gawein was verlost... Over het burchtplein kroop een schildpad. Merlijn schaterlachte...... Hij wees......
Mijn brave herder, zeide Gawein. Verre is nog het slot van den Koning Mirakel en ik neem goom, dat mijn ors pijn heeft tegen den stroom op te zwemmen. Maak mij vroed: waar kan ik tegen de helling van den oever opstijgen daar het niet en zoo steil is? Heer ridder, riep de herder.
En nu, mijn ridderen, peis ik in mijn moed, dat gij slapen moet gaan en zoete droomen hebben, die ik u zenden zal, om morgen, met Pinksterendage, voorbereid te zijn op het Aventuur van Gawein, dat zich herhalen gaat ten gerieve van onzen held en ter liefde voor onzen Koning, die smacht....
Amadijs' hand lag niet op zijn eigen zwaard, dat ter andere zijde hem lag, maar over Gaweins eigen zwaard. Den volgenden dag zochten allen in den burcht naar het Zwevende Scaec, dat, als Gawein en Amadijs verklaarden, boven den breeden burcht zich had laten zinken naar omlaag.
Hij groette Koning Assentijn, die niet meer verbaasde dan overeen kwam met zijne koninklijke waardigheid en riep en jubelde: Eureka! Eureka! Ik heb de draadlooze theorieë gevonden! En ik kom mijn lieven Gawein verlossen! Nu lachte hij luide. Terwijl hij lachte, scheen zijn baard te groeien, schenen zijne oogen als vlammen gloeien te gaan.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek