Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 25 juli 2025
Alleen bleef er nog een kazerne bestaan, die in 1837 belangrijke herstellingen onderging: voorts een arsenaal en artillerieloods; terwijl een nieuwe affuitloods op het Burchtplein gebouwd werd.
Zoo, tusschen mijn vuisten: krkk! En Bohort, met zijn reuzenvuisten, gebaarde of hij eene kele omspande en wurgde. De tien ridders traden loomelijk de zaalpoort uit. Zij kwamen op het opene burchtplein en zetteden zich op de ronde bank, die stond onder een breedkruinigen kastanjelaar, vol van opgestokene bloesemkeersen.
En toen de baroenen en ridders den paap eerbiedig lieten uit gaan met de zes knaapskens, die al van vigeliën zongen, bekruisten zich de dappere wiganten en reden toen binnen, alle de bruggen over, alle de poorten binnen en zij werden met groot gejuich ontvangen op het burchtplein; daar viel al de nacht maar het was er licht van de vele toortijtsen en de koning Assentijn stond er onder de linde op zijn troon en ontving met open armen Gawein; dien drukte hij aan zijn hart en hij zeide, dat alles vergeten was van vroeger, alle wrok en nagepeize, over de eerste Ysabele, die Gawein had ontvoerd en over de vierwerf twintig man, die hij Destijds aan elk der twaalf poorten verslagen had.
In hield Gawein den draf en reed de volgende brug nu over... Alle de bruggen, die neder vielen, de een na de ander, reed hij over: hij reed het burchtplein nu op... Op den drempel der opene burchtpoort was Koning Artur, krank en gesteund door zijne pagiën, verschenen. Rondom Gawein, te paard nog met zijn zwaren, dubbelen last, verdrongen zich de haastig afgestegen baroenen en de acht wiganten.
Zijn gebaar uit wijde, purperen mouwen was zóó wijd, als of hij met zijn staf een tooverban trok om het geheele burchtplein heen. De lindeboom bewoog krakend alle zijn takken en bladeren in den fel waaienden wind. Een dichte nevel zonk neêr. Allen de Koning, Lancelot, Gwinebant, Ysabele, Galehot, Amadijs, de baroenen en edelvrouwen, drongen tegen elkaâr, wèg van Merlijn en de Kar.
Het was den jongeling gelukt het hart der jonkvrouw te veroveren, en eens, toen hij voor de tournooispelen op Rheinstein vertoefde, en Gerda met de met ringen versierde rechterhand de ridders op het burchtplein aanmoedigend den dank der vrouwen toezwaaide, deelde Helmbrecht haar zijn liefde mede.
En voor Merlijns voeten versmeulde weg de Kar tot een witte asch, terwijl Gawein ongedeerd, hoewel verbijsterd, stond, als nog omgeven door Merlijns wijd gebaar. Tooverië! Tooverië!! riepen de baroenen en angstig de edelvrouwen, door elkaâr, dringende duwende. Maar Gawein was verlost... Over het burchtplein kroop een schildpad. Merlijn schaterlachte...... Hij wees......
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek