Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 2 juni 2025


"Gij vraagt veel, Madzy!" zeide Adeelen: "meer dan met ridderplicht kan strooken. Zal ik iemand om vergeving bidden, wiens vuistslag nog op mijn aangezicht gloeit?" "Gij zijt een Fries," zeide Madzy: "en draagt roem op uw rondborstigheid. Zoudt gij die alleen aanwenden om te beleedigen en niet om te durven erkennen, dat gij ongelijk hadt?"

Aan volk ontbrak het niet; want geen Fries bleef achter in de ure des gevaars: niet enkel uit loutere vaderlandsliefde; maar omdat de immer woedende onderlinge veeten hem van zijn jeugd af het hanteeren der wapenen tot een noodzakelijkheid en het vechten tot een gewoonte gemaakt hadden: ja wat meer is, tot zijn gewenscht en eenig tijdverdrijf.

Reeds een vluchtige blik in de volgende bladen doet den opmerksamen lezer bespeuren dat de taal waar in dit boek geschreven is, eeniger mate afwijkt in zinbou, woordegebruik en spelling van de hedendaagsche hollandsche boeketaal. Zeker! Ik ben dan ook geen Hollander. Een Fries ben ik. Maar als zoodanig een goed Nederlander.

"Die onbeschaamde Fries zal toch niet in het krijt zijn gekomen," zeide de Graaf: "wetende dat zijn weerpartij buiten staat was daar te verschijnen." "Licht mogelijk," merkte Teylingen aan: "en wanneer ik alles wel overdenk, herinner ik mij, dat Paypaert gisteravond aan zijn Herauten bevel heeft gegeven, met zonsopgang te Haarlem te zijn."

Nu echter, als Fries, bezigde hy, zeer gepast, ook eenen frieschen taalform; hy smeedde zich den geslachtsnaam Dongjuma, dat Van Dongjum beteekent. Reeds in § 44 van dit werk heb ik uitvoeriger over dezen form van friesche geslachtsnamen gesproken; ik kom er ook later op terug. Zie § 101.

Deze Holle, Olennius, was Hoofdman eener Keurbende, en Landvoogd van wege de Romeinen over Friesland. De verklaring van Holle of Hollo, naar de Friesche taal Hoofd, Hoofdman, vindt men bij Hamc. Fris. p. 11, en bij S. Petri, de Frisior. Antiq. et Orig. Lib. I. Cap. IX, welke laatste hem, echter verkeerd, een Fries van afkomst noemt.

"Versta mij wel," zeide de monnik: "ik heb, ja, beloofd alles in 't werk te stellen om de kloosters in Friesland meer af hankelijk dan tot nu van den Bisschop te maken; maar ik had daarmede alleen in 't oog de geestelijke zaken, de tucht en de orde in het kerkbestuur, welke te niet gaan, zoo geene vaste hand onze monniken in toom houdt: nooit is het bij mij opgekomen eenen Fries te willen dwingen om voor een vreemde zaak de wapens op te vatten.

Hij was gehuwd met de dochter van Koenraad Busch, de persoon die de zaak van de Weduwe Rosemeijer had overgenomen; deze Fries wist natuurlijk niets van de overeenkomst tusschen mij en Herman Rosemeijer; zijn schoonvader had er hem ook nooit iets van gezegd; maar het kon toch zijn, dat deze er iets van gehoord had en zich dat herinnerde.

H. M. A. J. van Asch van Wijck, wiens ijver en belangstelling mijne nasporingen in het Utrechtsche Archief in 1837 zoo aangenaam en nuttig maakten. Aant. 8, op bladz. 38. Aard der Friesche Vrijheid. Dirks heeft die togten tegen de Wilten en Avaren historisch toegelicht in de Vrije Fries, V 29.

"Hei! ho!" antwoordde de Fries, meesmuilende: "de Vrouwe van Aylva is nog kras en vlug; maar toch...." hier zag hij eerst de kinderen en toen den vreemdeling aan, als wilde hij hem te kennen geven, dat hij om hunnentwille het verdere zweeg: "neen!" vervolgde hij, op den grootsten der knapen wijzende: "deze hier, Juwe, is de jongste zoon van onze waardige Vrouwe al die anderen zijn haar kleinkinderen: ja: 't is een heel zootje: en dan zijn er nog wel zes of zeven te huis."

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek