Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 13 mei 2025


Verschillen van de Friesche Staten met die van Holland. Eerste Engelsche Oorlog. Onlusten te Leeuwarden, Franeker en elders jegens de Regeringsleden. Klagten en bewegingen over het verkoopen van de lands Ambten enz. De Post van Leeuwarden op Zwolle ingevoerd. Eerste aanvallen van den Bisschop van Munster. Dood van den Stadhouder Prins Willem Frederik. Tweede Engelsche Oorlog.

"Hoor!" zeide Holtvast, lachende, en hem tot zich trekkende: "het is juist, omdat ik u schuldig acht aan hetgeen u ten laste gelegd wordt, dat ik u redden wil. Ik weet zeer wel, dat gij de agent zijt, door wien Graaf Frederik Hendrik en Grobbendonck samenspannen." "Wel mogelijk," antwoordde Joan, met koelheid: "doch buiten mijn weten."

Nog grooter werd deze, toen kort daarna de jeugdige Stadhouder Prins WILLEM II overleed . Daar Groningen en Drenthe nu den Frieschen Stadhouder, Graaf WILLEM FREDERIK, mede tot den hunnen aannamen, zoo stonden deze drie noordelijke gewesten vervolgens tegen al de overige stadhouderlooze provinciën over, en gaven de uiteenloopende belangen en inzigten dikwijls aanleiding tot hevige botsingen.

Deze stichting dankt haar oorsprong aan Vrouwe Maria Duyst van Voorhout, douairière van Frederik Adriaan Baron van Rhede, Vrijheer van Renswoude en Emminkhuizen, die den 26 April 1754 is overleden.

"Frederik, Frederik," zegt de molenaarsvrouw, "breng je zelven toch niet in ongelegenheid en ons ook niet; want je komt me op dit oogenblik voor, als de slang uit het paradijs." "Vrouw," zegt Frederik, "iedereen moet weten, wat hij te doen heeft.

Doch geen hunner vatte de zaak zoo ernstig ter hand als FREDERIK VAN BLANKENHEIM, in 1413. Met eene aanzienlijke krijgsmagt trok hij naar de Stellingwerven, verbrandde Peperga, Blesdijk en andere dorpen en huizen, zonder zijn oogmerk te bereiken.

Hoewel in 't algemeen weinig dingen onaangenamer zijn, dan, na iets plechtig verzekerd te hebben, van het tegendeel overtuigd te worden, vooral, wanneer zulks door ondergeschikte personen geschiedt, nam Frederik Hendrik niettemin de vrijmoedigheid zijns dienaars niet euvel op. Hoe toch kon hij op dezen toornig zijn?

De vink praatte nu den ouden schout allerlei dwaze verhalen voor en toen de schout aan 't woord kwam en vroeg of hij den Franschman niet gezien had, zeide de vink: "Neen," en zijne vrouw zeide ook "neen!" Terwijl zij nu den ouden schout zoo fopten, kwam Frederik weêr binnen en sprak: "Juffrouw! er is in uw' keuken zeker wat voorgevallen, want de ééne lat met worsten ligt op den grond."

De Colonel gelastte dienvolgende een dag halte te houden; alleenlyk zond hy den Capitain FREDERIK, wien het Land 't best bekend was, met zes mannen af, om de oevers van de Claas-Kreek op te zoeken, zynde een zoort van vlietend water, het geen zynen oorsprong neemt op de plaats, alwaar wy ons bevonden, en in de Cottica uitloopt.

"Och, dat zeg ik zoo maar," antwoordt Frederik; en hij speelt zoo zachtjes met de zweep over de paarden, alsof 't in den vliegentijd was. De molenaar zit in gedachten.

Woord Van De Dag

wanordelijkheden

Anderen Op Zoek