Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 4 juni 2025
En de uitkomst is, dat men van allen kant tegen bedrog, fopperij en oplichting op zijn hoede moet zijn; dat er bijna geen waar meer te vertrouwen is; dat in allen tak van handel leelijke praktijken gewoonte zijn geworden; dat men op crediet instede van op kapitaal teert; en dat schulden en faillieten een ornament des levens schijnen.
't Was vergeefsche moeite dit kleine geheim te willen doorgronden. Zoo 't geen vond ware geweest, zou 't een fopperij geleken hebben. Marius was te droefgeestig om behagen te vinden zelfs in een scherts van het toeval, of om zich op te houden met een spel, dat de openbare straat met hem scheen te willen spelen.
Zoo gij werkelijk oordeelt, dat die kopstooten volstrekt noodig zijn, kondt gij, dunkt me, volstaan met het hoofd in 't water te plompen of met vooraf een week, zacht ding tegen de rots te plakken. Dan doet de stoot geen zeer, en ik wil Dulcinea van Toboso er toch een relaas van geven, dat de haren haar te berge rijzen. 't Is toch alles maar fopperij en malligheid, edele heer!"
"Ja, dat ben ik," knikte de genoemde. "Egad?" vroeg Droll, en trad een paar schreden achteruit, terwijl hij hem nog eens goed opnam met zijn eene geopende oog. "Zijt gij inderdaad die man, voor wien alle schavuiten sidderen en beven? Den lichaamsbouw hebt gij, precies zooals die beschreven wordt, maar ... misschien is het toch maar fopperij?" "Ei, ei!
Is dit dan óók fopperij?" vroeg Old Firehand, en meteen pakte hij met zijn rechterhand Droll bij den kraag van zijn jas, tilde hem zoo in de hoogte, draaide hem driemaal in de rondte als in een cirkel, en zette hem toen op een in de nabijheid staande kist neer. Het aangezicht van den aldus getrakteerde was zoo rood als bloed geworden.
Daar de zaak langzamerhand op een fopperij begon te lijken, besloten de beide vrienden er een eind aan te maken, door zich van de verplichtingen, die zij op zich genomen hadden, te kwijten, en hadden zij derhalve de boven vermelde uitnoodiging verzonden.
"Niet aankomen: dat 's een afscheidsbrief." "Is het de brief, dien ik je voor mijn vertrek geschreven heb?" "Heb je me soms ooit een andere geschreven, mijn heer?" "En wat had ik je daarin te vertellen?" "O, 'n boel fopperij!" antwoordde zij lachend, terwijl ze te kennen gaf hoe welgevallig haar die leugentjes waren.
Behalve een klein voordeeltje, dat ze er zelf van denkt te behalen, vindt ze het verrukkelijk, dat men haar voor de nicht van een dapperen edelman zal houden." Mijnheer de Chinchilla trok een leelijk gezicht bij dit verhaal. Hij had geen zin om medeplichtige te zijn bij zulk een fopperij en nog minder, dat een avonturierster oneer aandeed aan zijn naam, door te zeggen dat zij familie van hem was.
Jack strompelde naar een der stukken geschut, toen de officieren, die even goed als de manschappen over de fopperij gelachen had, zijn toestand opmerkten, onder anderen ook Sawbridge, de eerste luitenant. "Hebt ge u bezeerd, meneer Rustig?" zei hij vriendelijk. "Een beetje," antwoordde Jack, weer bij adem gekomen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek