United States or Namibia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het was geen alledaagsch, nieuwmodisch handmofje van marter of chinchilla, met lichtblauwe of kersroode zijde gevoerd en nauwelijks groot genoeg voor twee kleine handjes, een zakdoek, een reukflesch, en een visiteboekje; maar een degelijke, ruige, ouderwetsche, dikke vette mof, van een fiksche langharige vossenhuid, waarbij een dito halsbekleedsel behoorde, waarmee onze grootmoeders over haar doek naar de kerk gingen en waarin wij daar ter plaatse nu nog een enkele oude keukenmeid zien verschijnen, en dat den naam van sabel draagt.

Gil Blas gaat in een hotel logeeren, waar hij kennis maakt met den kapitein Chinchilla; welke man deze officier was en welke zaak hem naar Madrid had gebracht.

De Europeanen schieten haar nu en dan met het geweer of met den handboog; deze wijze van jagen is echter met het oog op het voordeel altijd onzeker, want als een Chinchilla niet zóó getroffen wordt, dat zij oogenblikkelijk bezwijkt, sluipt zij steeds nog in de een of andere rotsspleet en is dan voor den jager verloren.

Zoodra ik te Madrid aankwam, nam ik mijn intrek in een hotel, waar, onder andere personen, ook een oude kapitein uit Nieuw-Castilië logeerde, die aan het hof pogingen deed om een pensioen te krijgen, dat hij meende maar al te zeer te hebben verdiend. Hij heette don Annibal de Chinchilla. Den eersten keer bekeek ik dien man niet zonder verwondering.

Behalve een klein voordeeltje, dat ze er zelf van denkt te behalen, vindt ze het verrukkelijk, dat men haar voor de nicht van een dapperen edelman zal houden." Mijnheer de Chinchilla trok een leelijk gezicht bij dit verhaal. Hij had geen zin om medeplichtige te zijn bij zulk een fopperij en nog minder, dat een avonturierster oneer aandeed aan zijn naam, door te zeggen dat zij familie van hem was.

De chinchilla, die onze bevallige mondaines een prachtig zijde-achtig bont levert, in tinten, die afwisselen tusschen zacht grijsachtig bruin en blauwgrijs, is een aardig knaagdiertje, dat leeft op de westelijke hellingen der Andes, en het midden houdt tusschen een rat, een konijn, en een eekhoorn.

Uit Bolivia zijn trouwens de grootste, zachtste, en glanzigste huiden afkomstig, die, om ze te onderscheiden van de chileensche, "chinchilla royal" worden genoemd.

"Ze weet heel goed, dat ge zoo arm zijt als Job. Maar daar weet ik ook wel raad op. Ik ken een ouden schelm, die met genoegen, tegen tien procent, geld leent. Ge laat een acte maken, waarbij ge hem het eerste jaar van uw pensioen uitbetaalt, hij houdt er de rente en kosten af en betaalt u de rest. Als garantie heeft hij nog uw kasteel Chinchilla."

In Amerika wordt de Chinchilla vaak getemd; naar Europa komt zij niet dikwijls in levenden toestand. De bevalligheid van hare bewegingen, haar zindelijkheid en de gemakkelijkheid waarmede zij zich in haar lot schikt, verschaffen haar spoedig de vriendschap van den mensch. Zij toont zich zoo argeloos en goedvertrouwend, dat men haar vrij in huis en in de kamer kan laten rondloopen.

Hare verstandelijke vermogens staan ongeveer op één lijn met die van ons Konijn of van het Guineesch Biggetje. In vroegeren tijd is de Chinchilla, naar men meent, ook in lagere bergstreken tot op de hoogte van den zeespiegel even veelvuldig geweest, als zij nu op groote hoogten is; thans vindt men ze in de lager gelegen oorden slechts op enkele plaatsen en steeds eenzaam levend.