Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 25 mei 2025
Sprekend over de moordenaars van Graaf FLORIS, zegt MELIS STOKE: Dat dese verraders hebben ghelaten Den maghen verwijt: si moghense haten. Hier wordt de verantwoordelijkheid der magen voor de daden van één hunner erkend. De Antwerpsche stadssecretaris JAN BOENDALE stelt in zijn Lekenspieghel de vraag: of men magen en vrienden moet helpen en ondersteunen.
De monding van de Schie werd door die aanwassen verlengd, en de stad breidde zich eveneens uit naar de rivier toe, hoewel zij deze niet volgde. Bovenal schijnt er reeds vroeg van hier een aanzienlijke handel op Zeeland te hebben bestaan; misschien werd die onder Floris den Voogd sterk begunstigd.
Het was de dag van het drinkgelag van Floris den schilder, waarbij hij een van zijn tegenstanders dooddronk." "Ja, dat herinner ik mij," zegt Zijne Hoogheid langzaam. "De dag, dat De Guerra mij een onthulling wilde doen, maar stierf. Deze edelman, dien gij zegt, dat gij bemint," de hertog van Alva doet moeite, om den ongedwongen toon vol te houden, "spreekt het patois van Hispaniola?"
"Bang is hij anders niet; dat heeft hij getoond na den dood van Graaf Floris, toen hij een van de eersten was, die te velde trok om den moord te wreken. En toen heeft hij zich dapper gedragen, zooals iedereen weet." "Dat is waar. Nu, misschien doet hij dan niet mede, om den Bisschop gezelschap te houden. Kijk, die zit naast hem."
Maar Floris Geurtsz deelde die bewondering van zijn zoon niet. Hij kende de bandeloosheid der Watergeuzen te goed, om niet te vreezen, dat dit bezoek hem niet veel vreugde brengen zou, ook al waren zij door Diederik van Sonoy aangewezen, om de landzaten tegen de Spanjaarden te beschermen. »Goeden dag, huisman, dag jongen!" klonk hun groet. En kortaf was het antwoord: »Goeden dag, heeren.
Het was immers maar al te zeer bekend, welke rol hij had gespeeld in den moord op Graaf Floris, van welke daad hij een der eerste aanleggers was geweest, en het was hem onbegrijpelijk, hoe de moordenaar des vaders nog onder de oogen durfde komen van den zoon.
Voor hem uit reed de Wapenkoning van Holland, Jan Paypaert, die, schoon een grijsaard van over de tachtig jaren, het ambt, dat hij reeds onder Floris V bekleed had, nog altijd vereerde door den zwier en de vastheid, waarmede hij zijn ros bestuurde: achter hem reden twee Herauten, benevens Gerard van Florevy, die 's Graven banier droeg.
Naast hem zien wij Floris Roodenburg, den schutterhoofdman, uit adellijken huize, wel ijverig voor de zaak der gewetensvrijheid, maar toch tot de zoodanigen behoorende, die zich niet gaarne onvoorzichtig wagen.
Er zijn ook een aantal van zijn schuldeischers, met angst in hun hart en op hun lippen, want Frans Floris' leven vertegenwoordigt voor hen een groote som, daar zijn schilderstukken altijd vlug van de hand gaan; Frans Floris' dood daarentegen zou hun groote schade berokkenen, en zij vreezen, dat hij zich te eeniger tijd zal dooden door de enorme hoeveelheid wijn, die hij naar binnen slaat, om zijn mededingers onder de tafel te werken.
"Ik heb je al meer gezegd, Hendrik," antwoordde Floris, die den aanval op het korps der vesting trachtte te ontwijken, door uit een der afgelegen buitenwerken een uitval te beproeven, "dat je verkeerd handelt door de kennis met dien Jakob aan te houden. Ik houd hem voor een gemeenen kerel." "Dat's tot je dienst," zeide Hendrik.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek