United States or Greece ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wanneer op de eerste vraag een algemeen bevestigend, op de tweede een ontkennend antwoord gevolgd is, worden de beschuldigden, tusschen mariniers, door den provoost binnengeleid en aan de linkerzijde van den fiskaal, die aan het einde van de tafel gezeten is, geplaatst.

"Ik heb hem niets gezeid," zeide Bleiswyk, half dansende van vreugd: "Ja, Heer Fiskaal! kijk zoo zuinig als UEd. wil; ik heb hem dezen nacht mede naar huis genomen en hem verstopt. Nu heb ik hem verteld, dat hij vrij was, doch verder niets! ja, ik kan ook zwijgen!" Dit zeggende, huppelde hij om en drukte den Fiskaal, de gasten, ja den Predikant Raesfelt in de armen.

"Tegen u en den Staat? Hoegenaamd niets." "Niets?" herhaalde Maurits: "welaan, wij zullen zien: Heer Fiskaal! wees zoo goed eens binnen te komen." Dit zeggende, stond hij op en sloeg met de gesloten vuist ongeduldig op de tafel. Op het oogenblik trad de Fiskaal binnen; doch bleef eerbiedig in de deur staan. "Heer Fiskaal!" vervolgde de Prins: "haal mij eens al die processale stukken hier.

"Ik moet dan beginnen," hernam Ludwig met een zucht, "aan den heer van Sonheuvel te verhalen hetgeen ik bereids aan den Heer Fiskaal verhaald heb, dat zijn pleegzoon Joan al zijn liefde en achting nog volkomen waardig is, en dat deze in geen aanslag noch tegen zijn pleegvader, noch tegen den lande gedeeld heeft." "Dat kan ik bevestigen," zeide Vader Ambrosius op een plechtigen toon.

Een kille huivering beving den Prins; doch, zich spoedig herstellende, gaf hij last zijn broeder te laten bovenkomen, verzocht den Fiskaal, zich in een ander vertrek te begeven, en wachtte toen, niet zonder van angst en droefheid te beven, de komst des Graven af, terwijl hij in zichzelven mompelde: "Zijne Doorluchtigheid! ja, wel doorluchtig! ik zie hem door en door."

"Wees niet beteuterd," vervolgde Sartor, dit stilzwijgen aan vrees toeschrijvende: "geef ons openhartig antwoord. Hoe heet gij?" "Don Diego de Velasco." "Zijt gij daar zeker van?" vroeg de Fiskaal, Joan scherp in 't gezicht ziende. "Deze naam is de laatste, die mij gegeven werd. Vroeger noemde men mij Joan Van Craeihorst."

"Aha! zijt gij het, mijn waarde Heer Fiskaal," zeide Bleiswyk, zonder van kleur te veranderen: "en waarom zou UEd. mij dat niet raden?" "Omdat het UEd. een fiksche som gelds zou kunnen kosten," hernam de Fiskaal.

"Mijn eenig verzoek is," zeide Joan, "dat mijn reiszak, die in de herberg het Zotje ligt, mij hier geleverd worde. Er zit eenige verschooning in, die ik wellicht zal noodig hebben." "Die is hier al gekomen," zeide de cipier; "ik had vergeten zulks aan de Heeren te zeggen." De reiszak werd terstond aangebracht, op de tafel gelegd en door den Fiskaal stuk voor stuk geledigd.

Behalve enkele dubbelzinnige regels, die dat jongmensch aan een vrouw geschreven had, voordat hij naar Europa vertrok, regels waarin de fiskaal een plan en een bedreiging tegen het bestuur zag, en die hij erkende geschreven te hebben, was er niets waaruit men iets tegen hem kon halen." "En de verklaring van den bandiet voor zijn sterven?"

Toch waren niet alle huizen zo eenvoudig meer, want dezelfde schrijver verhaalt ons, dat het huis van Henning Husing en dat van de Fiskaal Blesius in 1705 reeds twee verdiepingen hadden. Dat van Husing kan wel een mooi huis geweest zijn, daar het, de voor die tijd enorme som van tien duizend Rijksdaalders, gekost had.