Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 13 juni 2025
Men kon hem voor een reus houden, zoo breed waren zijne schouders, zoo gespierd schenen reeds zijne ledematen, en toch iets zoo teeders, zoo fijns, dat zijn gezicht aan dat van een meisje zou doen denken, indien hij niet een opkomende baard had gehad.
Het was, alsof er een lichtglans over den grauwen bergheuvel ging, toen alle kinderen uit de gemeente zich er over verspreidden. Dat was weer iets zachts en fijns, iets frisch en rooskleurigs. Dat was iets, wat jong was, en groeide. Misschien zouden zij den armen verlaten stumper weer aan een beetje leven helpen.
Juffrouw Willems, in 't eerst eenigszins ontdaan plotseling den man voor zich te zien tegen wien zij innerlijk met bitterheid was vervuld, was later over die eerste emotie heengekomen in haar schik eens met hem samen te zijn zonder haar echtgenoot om eens terdege hare grieven te kunnen luchten, en reeds beschouwde zij Roestink met zeker welbehagen als hare zekere prooi; doch er was iets in het beleefd, maar koel en kort afweren van hare aanvallen, dat haar waarschuwde niet al te vast op de zegepraal te rekenen. Willems had het haar meer dan eens gezegd dat hij geen alledaagsch man was, zij had het nooit zóó diep gevoeld, zóó goed begrepen als op het oogenblik zelf, waarop ze meende hem in hare macht te hebben. Inderdaad toen Antje met zooveel sans gêne van hem sprak als van een jeugdigen spring-in-'t-veld, had zij zeker meer het oog op zijn verschil van leeftijd met Willems, dan op zijne persoonlijkheid. Hoewel hij zeker de dertig nog niet had bereikt, gaf hij volstrekt niet den indruk van »groote jeugd," allerminst van jeugdige lustigheid. Het is waar, zijn gelaat had iets fijns en teers dat op vol rijpen leeftijd verloren gaat, maar zijne trekken waren zoo sterk sprekend en zoo vol uitdrukking, dat men bij eenige opmerkingsgave terstond een karakter zag in deze physionomie. Geen frisch jeugdig blosje kleurde de geelbleeke tint. Om het breede beenige voorhoofd viel het zware gitzwarte haar eenigszins ongeordend neer; als het hinderde werd het door den eigenaar maar een weinig ter zijde geschoven et voil
Een zijdeur gaf toegang tot de »zijkamer". Als kind heb ik bij dezen naam nooit aan de eigenlijke beteekenis gedacht. Die zijkamer was de mooie kamer, daar stonden de beste meubelen, daar zat je alleen zondags, daar ontving je visite. Er was dus iets fijns aan dien naam verbonden, en dit hoorde ik in den naam.
Een echte blauwkous, en toch zoo bekoorlijk. In allen gevalle zal ik haar nu toch eens uithooren." "Misschien hebt gij ook wel in de rechten gestudeerd?" hernam hij, met bedwongen spotternij. "Ik heb er een weinig aan gedaan," antwoordde zij bedaard. "Ik houd wel van de rechtsgeleerde studie. Er is zooveel fijns in, en zooveel op een kleinen grondslag te bouwen. Bij voorbeeld, de Kanselarijwet.
Zij zagen elkaâr aan en beiden, hoewel ze het anders dachten, dachten zij het zelfde: namelijk, dat zij voorzichtig met hunne woorden moesten zijn, want dat ze over iets zeer fijns en teeders spraken, iets broos als een zeepbel, dat breken kon als zij er te hard over spraken, alleen reeds door adem van woorden.
Hm! bromde de dominus; allemaal krachtpatsers vandaag; iets fijns is er niet bij.... Heb je niet een heel jong ventje, dat ik drillen kan voor mijn caterva? Hoe oud? vroeg de koopman. Zoo jong mogelijk; dan leert die goed.... Dominus, riepen de jongens. Wat moet je nou met een jong ventje? Je hebt immers òns!! De koopman had niets op dit oogenblik.
Alle hartstochten verschenen beurtelings op zijn aangezicht, al naar de onderwerpen van het gesprek zijn gemoed aandeden; in rustige oogenblikken behield zijn gelaat een indruk van al deze aandoeningen, het bood dan den aanblik van iets onbeschrijfelijk beminnelijks, fijns, aandoenlijks, eerbied en medelijden opwekkend. In zijn nabijheid stond een spinet waar hij af en toe melodieën op probeerde.
Niets voorzichtigs of fijns is er aan hen. Brullende stieren en dikke grizzly beren, dat zijn zij, die altijd willen vastgrijpen of den ander ruw in het riet smijten. En hij speelt met hen. Man, hoor je me? hij speelt met hen zooals jij en ik met jonge hondjes zouden spelen."
Wel verre van het voorkomen te hebben, dat ik mij had voorgesteld van den kloeken onhandelbaren pourfendeur, die oud-tante Roselaer op allerlei wijze ergernis had gegeven, zag ik voor mij een kleinen mageren grijsaard, wiens gelaat zoowel als zijne gestalte iets fijns en gedistingueerds had.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek