United States or Saudi Arabia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Door den wind worden n.l. de tusschenruimte der bladstelen op enkele plaatsen langzamerhand gevuld met stof en aarde, de regen sijpelt hier doorheen en weldra groeien en bloeien in dezen bodem op duizelingwekkende hoogte rozeroode cineraria's, varens met fijn verdeelde bladen en goudbruinen wortelstok, boomachtige sempervivum's en andere dergelijke planten."

't Koren kon niet groeien; 't verdorde en verschrompelde. De aarde lag onder de planten, droog als zwam, en iederen dag dreef de wind heele wolken omhoog, en voerde ze weg. Maar onder die dunne aardlaag lag weer dat lichte zeezand, fijn als meel, klaar om met den wind rond te dansen. En toen de zomer voorbij was, had de storm heele groote velden om meê te spelen.

Sprotje, onrustig, frommelde aan de slippen van haar mutsebanden, streek verschrikt, als zij 't merkte, die weer glad. "Keurig!" zei de jongen, "fijn...."

Met een lichte kromming liep de weg vervolgens langs de huizen over in een laan, die aan weêrszijden beplant was met jonge boomen. Toen was de begrafenis buiten, geheel in de sneeuw. De lucht was fijn en grijs.

Mijn ontwerp was zoo fijn en zoo kunstig aangelegd, dat....." »De fijnste weefsels scheuren het lichtst." »Dat mij de geslepen Helleen niet zou zijn ontkomen, zoo zich niet, in strijd met alle wetten en gebruiken, de gezant eener vreemde mogendheid tot redder van dezen door ons ter dood veroordeelden had opgeworpen." »Gij dwaalt, mijn zoon!

De echte Kastanjeboom, die eetbare vruchten heeft, komt hier niet te pas. Nu is het wel waar dat de Plataan in geen al te besten reuk staat, maar men heeft zijn schadelijke eigenschap zeer overdreven. Wanneer de bladeren in het voorjaar verschijnen, zijn ze met een viltachtig haarbekleedsel overtrokken. Die haartjes zijn zeer fijn en scherp en ze laten gemakkelijk van de bladoppervlakte los.

Mijn ander' webbe, en tweede leven, 'n liet ik maar, onaangemoeid, geschoren zijn, getouwd, geweven, zoo 't in en deur 't getouwe vloeit! Doch neen: ik zal, van ziele en lijve, de wever van één webbe zijn, zoo lange 'k in dit leven blijve, van zuur en zoet, van groef en fijn.

't Gesprek was nog niet uit, want ziende dat ik vrij wat moeite had om mijn vleesch te snijden, en nog meer om het in den mond fijn te krijgen, terwijl ik waarschijnlijk ook wel een zuur gezicht trok over den flauwen zoeten smaak, vertelde ze al verder, dat ze mij op rendiervleesch onthaalde.

Dat vorstelijke paarlsnoer moest een fijn gouden kettingje vervangen waaraan een klein medaillon hing, haar door Frits gegeven, dat een vlechtwerk van zijn haar bevatte, en dat zij altijd gedragen had van den dag af, dat hij het zelf met van aandoening bevende vingers om haar hals had gehecht; nu moest het weg, nu moest het.

Hij weet wat droefheid is en zal ons de vrijheid geven. Gij hebt een fijn instinct, Esther, en gij weet dat ik dikwijls op uw oordeel af ga;... hoor, daar komt iemand; heb ik het u niet gezegd? daar is Malluch! Nu zullen wij zien wat wij van onzen jongen meester te wachten hebben. Vrede zij u, meester Simonides, zeide Malluch diep buigend, en ook u, voortreffelijkste der dochters.