United States or Sri Lanka ? Vote for the TOP Country of the Week !


Nu, en ik zeg u dan, sprak een dier laatsten, wij mogen en kunnen 't niet langer dulden dat onze heilige godsdienst zoo voortdurend en openlijk door een Feizi en een Aboel Fazl, om nu te zwijgen van een hoogere, wordt bespot en ten toon gesteld.

Of de eerwaarde Aquaviva het hiermede geheel eens was, mogt onzeker heeten; maar in elk geval diende hij Feizi wel aan het woord te laten, toen deze begon: Ik geloof niet, Sire! dat Uwe Majesteit eene bevestiging Harer woorden mijnerzijds behoeft.

Ik had er mij veel van voorgesteld, maar dat alles is mij gebleken vér beneden de werkelijkheid te zijn. Dat geloof ik gaarne, hernam Feizi, het gaat iedereen zoo, die voor 't eerst hier komt. Men mag nog zooveel beschrijvingen van Akbar's paleizen gehoord of gelezen hebben, toch staat men nog altijd verwonderd als men ze werkelijk ziet.

Ik ken het, antwoordde Iravati, en al weet ik niet bepaald wat er tusschen u en Feizi is voorgevallen, ik meen het toch genoegzaam uit uwe woorden te kunnen opmaken. En toch spreekt gij nog met mij? riep Siddha uit, en wendt u niet van mij af, en kwaamt mij zelfs opzoeken om mij te verplegen of mij te troosten in mijne laatste oogenblikken!

Ja, merkte Feizi, misschien wel wat ondeugend, aan, van dien wijsgeer, die een tijd lang ook op de gunst van Zijne Majesteit mogt bogen, toen hij nog de geheimen der Yoga-leer beloofde te onthullen. Veel is daar echter niet van gekomen voor zoover ik weet.

Maar de laatste woorden van Feizi! sprak Siddha, toen de kluizenaar op een antwoord bleef wachten. Ik had de tegenwerping voorzien, hervatte Gaurapada, en ik wil haar volstrekt niet zekere beteekenis ontzeggen. Maar wachten wij ons voor overdrijving! Dat Feizi handelde en sprak zooals hij deed, noem ik zeer verklaarbaar; ikzelf zou in gelijke omstandigheden misschien evenzoo hebben gedaan.

Ook herinnerde hij zich met zekere gerustheid dat Akbar, ééne Vlugtige opwelling van toorn nu daargelaten, ook voortdurend open en vriendelijk tot hem gesproken had. En eindelijk behoefde hij thans zoo erg niet meer tegen een voorstelling aan den grooten Keizer op te zien, die, naar Feizi hem had te kennen gegeven, waarschijnlijk wel na de wapenschouwing in het legerkamp zou kunnen plaats hebben.

Siddha dacht een oogenblik na en reciteerde toen: "Elk werd geboren die leeft; wezenlijk echter geboren Heel alleen hij, die een naam nalaat aan 't komend geslacht." Oho! zei Feizi lagchend, gij hebt daar in uw Kaçmir nog wat anders dan Sanskrit geleerd! Gij zijt al vrij wel gevorderd in de kunst van vleijen, mijn vriend!

Koelloeka zal misschien nog wel enkele oogenblikken hier willen vertoeven om met mij sommige belangen van Kaçmir te bespreken. Doch, mijne heeren! zeide hij nog in 't bijzonder tot Siddha en den Brahmaan, vergeet vooral niet nog heden mijn broeder Feizi een bezoek te brengen! Hij zou 't u erg kwalijk nemen als gij 't uitsteldet tot morgen, al werd mij de voorrang ook gaarne door hem gegund.

Toch zal hernam Feizi, onze tegenwoordige toevallige zamenkomst slechts kort van duur en deze onze ontmoeting waarschijnlijk wel de laatste zijn.