United States or Cocos Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


En uitvoerig verhaalde Akbar zijn vriend wat er bij het afscheid van Aquaviva en van Abdal Kadir was voorgevallen, en deelde hem de overpeinzingen mede waartoe het een en ander hem had geleid. In dat alles sprak Feizi, toen hij een oogenblik had nagedacht, herken ik weder mijn grootmoedigen Keizer, en... mijn idealistisch wijsgeerigen vriend.

Gij hebt wederom regt, Feizi! sprak de Keizer, zich oprigtend in zijn krachtige mannelijke gestalte en het hoofd omhoog heffend als met nieuwen levenslust bezield; het is zoo, ons betaamt te werken, niet te droomen, te arbeiden zoolang het dag is, onvermoeid en onverpoosd.

Dat er al lang een hevig ongenoegen onder ons, wezenlijke Mohammedanen, bestaat over de wijze waarop allerlei Heiden- en Jodenvolk door u, den Keizer, wordt begunstigd, en lauwhartigen als een Aboel Fazl, en atheïsten als een Feizi, in de hoogste magts- en ambtsbetrekkingen zijn geplaatst, is u voldoende bekend.

Voor uiterste omstandigheden de wijze kluizenaar van het gebergte, voor geringere moeijelijkheden de verstandige en invloedrijke Feizi, en daarenboven de hem reeds gebleken gunst van den eersten Minister en de toegezegde van den oppermagtigen Keizer zelf. Wat iemand vooreerst nog meer had kunnen verlangen? Akbar

Dat in geen geval! riep Siddha levendig uit, terwijl hij Feizi vrijmoedig in 't vriendelijk open gelaat zag, en zoo min ik ooit bedekte vijandschap van uwe zijde zou vreezen, zoo min hebt gij te eeniger tijd verraad of trouweloosheid te wachten van wien zóózeer prijs stelt op uwe achting en vriendschap als ik.

Zoo zeggen ook, voegde Feizi er nog bij, onze Vishnoeïeten hier, dat de waarheid hun niet alleen door wijze en heilige mannen is bekend geworden, maar ook geopenbaard in verschillende incarnatiën der Godheid. Maar het gezag der Alleenzaligmakende kerk dan, en dat van den Bijbel, Gods woord! hernam de Jezuïet.

Eenige oogenblikken dacht hij na, en zeide toen: Ik geloof dat gij gelijk hebt, Feizi! Maar toch, ik betrap mij zelf wel eens op iets diergelijks als gij dien lieden verwijt, ook al erken ik in 't eind weer geen ander gezag dan onze eigene rede.

Laten wij dat over aan mijn hooggeachten vader, die, naar ik vernam, op dit oogenblik met den geleerden Feizi, en mogelijk nog anderen, aan 't philosopheren moet zijn. Wij voor ons, meerendeels jongeren van jaren, kwamen hier bijeen om vrolijk den avond met elkaar door te brengen. Welaan dan, gij zangers en speellieden ginds!

Wat dunkt u, vriend Feizi! is het niet zoo? Gij zijt een man van bedaard verstand, en niet zulk een idealist, zoo als ik, even als onze eerwaarde Aquaviva, mij wel eens betoon. Wij hebben dus prijs te stellen op uw oordeel.

Haar wie mijn hart behoort zag ik meermalen in den laatsten tijd, en schoon dat zeer in 't geheim geschiedt, heb ik toch reden om te vermoeden dat Todar Mal, haar vader, dat heel wel weet en er eigenlijk niets tegen heeft, al geeft hij zich natuurlijk den schijn als ware 't hem volkomen onbekend. Ik geloof trouwens dat mijn oom Feizi niet geheel vreemd is aan die gunstige wending.