Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 20 juni 2025
Waar hadt gij het toch over? vroeg de majoor en haalde zijn horloge uit om te zien hoe laat het was, ofschoon hij, naar mijn vaste overtuiging, geen enkele reden had dat te weten. Ja, hij vroeg mij, waarom ik hier bleef dienen. Wel dat is duidelijk; Nikolaï Fedorovitsch wil zich in den Kaukasus onderscheiden en dan naar huis terugkeeren. Welnu!
Ziet gij, daarvoor is de Kaukasus goed, Nikolaï Fedorovitsch, vervolgde hij, zonder een antwoord af te wachten. Wij Kaukasiërs, wij zijn zeer gezien; een jonge man, weet gij, die stafofficier is en St. Anna en Wladimir heeft, die is wat in Rusland... Wat? En, gij zult er zeker wel wat bij gephantaseerd hebben, denk ik, Abram Iljitch? zeide Bolchoff.
Neen, Azië, niet Nikolaï Fedorovitsch? En bovendien, wat zou ik in Rusland doen? Het is mij onverschillig, eenmaal wordt men toch doodgeschoten. Dan zullen ze vragen: Waar is Trossenko? Gesneuveld. Wat zult gij dan met de 8ste kompagnie doen, wel? voegde hij er bij en wendde zich opnieuw tot den majoor.
Om mij al zijn gewicht doen te voelen, vroeg hij, alsof hij het antwoord van Bolchoff niet gehoord had, en met de oogen op de trom gericht: Wel, zijt gij vermoeid, Nikolaï Fedorovitsch? Neen, maar wij waren... wilde Bolchoff vervolgen. Maar de waardigheid van bataljons-kommandant eischte ongetwijfeld een nieuwe interruptie en een nieuwe vraag: Is dat vandaag geen mooi treffen geweest?
Waar hadt gij het over, Nikolaï Fedorovitsch? vroeg hij bij het binnentreden aan Bolchoff. Wel, over de aangenaamheden van het dienen in den Kaukasus. Op dit oogenblik merkte Kirsanoff mij, den eenvoudigen jonker, op.
Abram Iljitsch, en gij dan, waarom blijft gij in den Kaukasus? Ik? In de eerste plaats, weet gij, antwoordde de majoor, omdat wij allen moeten dienen zooals onze plicht ons voorschrijft. Wat? voegde hij erbij, hoewel niemand iets gezegd had. Gisteren heb ik een brief uit Rusland gekregen, Nikolaï Fedorovitsch, vervolgde hij, blijkbaar een andere wending aan het gesprek willende geven.
Dat komt uit, nietwaar Nikolaï Fedorovitsch? Neen, met uw verlof, Abram Iljitch, zeide de adjudant schroomvallig. Er blijft niets over voor thee en suiker. Gij rekent dat een uniform twee jaar duurt, terwijl men hier, in oorlogstijd, nooit broeken genoeg heeft. En de laarzen? Ik verslijt een paar in de maand.
Ik vind onze soldij zeer mooi, Nikolaï Fedorovitsch, vervolgde Kirsanoff. Een jong officier kan er zeer gemakkelijk van rondkomen, en zich zelfs nog extratjes veroorloven. Dat is te zeggen, Abram Iljitsch, zeide de adjudant schroomvallig. 't Is waar dat wij nu dubbel traktement hebben, maar wij moeten toch ook een paard houden. Wat zegt gij daar, jongmensch?
Wien hebt gij daar bij u, Nikolaï Fedorovitsch? Bolchoff noemde mijn naam, en dadelijk kwamen er drie officieren de hut binnen: majoor Kirsanoff, zijn adjudant en kapitein Trossenko. Kirsanoff was een klein, gezet man, met een dunnen knevel, blozende wangen en kleine, waterige oogjes. Deze oogjes maakten het typische van zijn gelaat uit.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek