Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 24 oktober 2025
Kent gij den droom vol wondre harmonieën, Waarin een glans des Hemels ons omzweeft, Dien zich de jeugd in zoete fantasieën Uit de eerste smart en de eerste vreugde weeft? Kent gij hem wel? Ook lange nog na 't scheiden Blijft trouw zijn beeld door 't leven ons geleiden.
Hij speelde maar wat en had maar eens een heel nieuwe ensceneering bedacht om die Leiden des jungen Werthers op te voeren, als hij daar lust in zou hebben. En zoo praatten zij en speelden met woorden en gedachten en fantasieën en zagen aan de schittering van elkaars oogen, als een nieuwe inval uit zou flitsen. En daarna stapten ze op en gingen de rivier over.
Daar ginder verder stond, uit de grauwe diepte der bedoomde heide, achter de houten keet en den kastvormigen houten toren der boring, omlijnd als een kegel, de Heksenberg statig op. Hij was als de hals eener urn, zooals hij boven de kim rees. Anneke's hoofdje hing vol vreemde fantasieën, terwijl zij naar den strak omlijnden heuvel uitzag. "Jij moest ook hier wonen," zei Willem.
Wat kon het haar schelen, of ieder geluid om haar heen al verstomde, terwijl de vuurtoren daarginds in den eenzamen nacht werd aangestoken en dat de stilte levenden menschen wonderlijke fantasieën gaf over een spookschip, dat met slappe zeilen onhoorbaar over de golven vlood! Haar schrikte de dood niet af. Luisterend voorovergebogen zat zij daar. Zij zag als voorbij door alles heen.
Vandaar het in onze oogen onbeheerschte en onberekenbare in kinderen en vandaar ook het onbeheerschte en onberekenbare in de handelingen van vele groote kunstenaars; vandaar het ademloos-staren in alleen door hen geziene droomwerelden en het, blind voor het ommeleven, òpgaan in voor hen opdoemende fantasieën door kinderen, èn het, tijdelijk, als werkelijkheid beleven van visioenen en verbeeldingen door kunstenaars.
Maar ik had me iets gedroomd, ik weefde fantasieën; ik dacht aan hem voortdurend. Het was mij altijd, als moest er tusschen hem en mij iets gebeuren, als moest er iets wonderlijks komen van geluk en ik weet niet wat. Ik zag hem nooit gelijk hij werkelijk was, maar altijd anders. Ik zag alleen maar moois, en mooier dan het bestaande.
Ja, ja, die kleingeestige wereld, niet waar? Maar je meent 't natuurlijk niet. Je kunt je immers niet eens 'n voorstelling maken van dat vrije leven. En daar ben je toch ook veel te goed voor, je zoo te vergooien, foei! daar ben je 'n veel te knappe, aardige jongen voor. Ga nou maar weer aan je werk en zet je die fantasieën uit je hoofd, en denk aan je toekomst." Ja!.... En dan gehoorzaam ik!
Dus kunnen wij ons voorstellen hoe zwaar de inwendige strijd moest zijn voor een' man als Tolstoi, met zijn zoo voor alle indrukken vatbare natuur. Hoe hoog die geest, gedragen door zijne fantasieën, zich kon verheffen boven deze aarde, maar ook hoe diep zij zinken kon, omlaag getrokken door zijne dierlijke instincten.
Vergilius en de andere klassieken gaven uitsluitend den toon aan voor allen, die maar op eenige beschaving aanspraak maakten, en zelfs de naturalisten schijnen de wilde natuur alléén maar bestudeerd te hebben om de feiten aan te passen aan oude dichterlijke fantasieën.
Misschien zijn het de historische herinneringen, verbonden aan de Wolga en de daarlangs liggende plaatsen, die ons in die onbeschrijfelijke blijde stemming brengen, welke zoo vele gedachten en fantasieën doet ontwaken. Waarschijnlijk voelde ook Tolstoi deze gewaarwording, want den 20sten Mei schreef hij in zijn dagboek: "Op de stoomboot.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek