Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 10 juni 2025


En zijn faam bleef niet alleen beperkt binnen de grenzen van Sicilië, maar klinkend in verschillende deelen der wereld, was zij zeer verbreid in Barbarije, dat in dien tijd aan den koning van Sicilië schatplichtig was.

Het Voedsel der Goden verder te volgen, staat gelijk met de vertakkingen van een voortdurend lotenschietenden boom na te gaan; in korten tijd, in het vierde gedeelte van een menschenleven, was het voedsel uit zijn eersten bron te Hickleybrow op de kleine boerderij, gelekt en had zich verspreid het voedsel, en ook de faam en schaduw van zijn kracht de geheele wereld over.

"Geene beleedigingen!" zei Hildebrand, insgelijks oprijzende, en hij voegde er bij: "Uw opstaan verschrikt mij evenmin als deze floretten." De heer Van der Hoogen ging weer zitten. "Gij spreekt van de les lezen!" ging Hildebrand voort. "Uw naam en faam, uw positie in de stad, het is alles in mijne hand.

De naam van eene hofsteê draagt al de faam en de weerdigheid en den rijkdom in den klank zelf van het woord en elken boer is daarmede goed bekend. Over heel de streek blijft dat onveranderlijk en vast en duidelijk omdat het van vader tot zoon, ver en wijd vermaard is, evenals de honderdjarige linden aan 't hofgat.

Zeg er, wat ik u bidden mag, niets meer van." "Men vindt niet dikwijls zooveel bescheidenheid met zooveel moed gepaard, en als ge 't mij vergunt te zeggen, met zooveel schoonheid," hernam Lady Honoria vriendelijk. "Welnu, ik zal doen zooals gij wenscht, maar ik waarschuw u dat de Faam u wel vinden zal.

"Ja, Reginald Front-de-Boeuf," antwoordde zij, "het is Ulrica! het is de dochter van den vermoorden Torquil Wolfganger! het is de zuster van zijne gewurgde zonen! zij is het, die van u en uws vaders stam, en bloedverwanten, naam en faam terugvraagt, wat zij door het geslacht van Front-de-Boeuf verloren heeft!

55 Hare oogen lichtten meer dan De Ster: en zij begon zoetelijk en zachtelijk, met engelsche stem, in hare sprake te zeggen: 58 "O hoofsche Mantuaansche ziel, van wie de faam nog in de wereld duurt, en duren zal zoolang de wereld duren zal,

Een groot, in hoofdzaak vrouwelijk publiek wachtte in spanning op den boetprediker, om te zien of hij aan de hem vooruitgeloopen faam beantwoordde.

Kristallen zuilen gaven aan de tooverlijn; Een platte steen van jaspis of van serpentijn, Waar, tusschen vlammende arabesken glinst'ren zou de naam Des ridders of der jonkvrouw van zoo hooge faam, Straalde op het Grieksch plaveisel; wie van beiden Eenmaal de tooverlijn zou overschrijden, Die zou aanschouwen in een glans, als stralend ijs De heerschers uit dit wond're paradijs, Gegoten in de bovenaardsche praal Van glinsterend, onsterfelijk metaal.

Niet of de firma Willem Bartelsz en Co. staat ter goeder naam en faam: en ik zou gaarne een dik pak wissels op haar bezitten, door een solide huis getrokken; maar alles kan mee- en tegenloopen: en ik heb er zoovelen in mijn leven zien vallen, die zoo vast schenen te staan als het stadhuis. Monsieur Snijders! zijt gij bij den Notaris Bouvelt geweest? En hoe luidde de boodschap?"

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek