Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 25 juni 2025
Het was of alles ons opeens moest tegenloopen. Ons huis stond op vallen. Ik was half onverschillig en half wanhopig. Lona, ik geloof heusch dat 't voornamelijk was om mij te verdooven, dat ik mij inliet met die relatie, die Johan er toe bracht weg te gaan. LONA. Hm.... BERNICK. Je kunt je wel voorstellen, hoe er allerlei praatjes werden uitgestrooid toen je allebei weg waart.
Hoe! op uw zes-en-twintigste jaar, dat wil zeggen in den vollen bloei des levens, wilt gij soldaat worden om aan de verzoeking te ontkomen van de voetstappen uws vaders te volgen; gij stelt voor vast dat alles u moet tegenloopen. Stel nu eens dat de eerste kogel de beste die gewisseld zal worden u trof?"
Niet of de firma Willem Bartelsz en Co. staat ter goeder naam en faam: en ik zou gaarne een dik pak wissels op haar bezitten, door een solide huis getrokken; maar alles kan mee- en tegenloopen: en ik heb er zoovelen in mijn leven zien vallen, die zoo vast schenen te staan als het stadhuis. Monsieur Snijders! zijt gij bij den Notaris Bouvelt geweest? En hoe luidde de boodschap?"
»Omdat het mij voorkomt, dat gij u zelven deze dingen niet gezegd hebt, en opdat gij ze dan wel eens zoudt kunnen hooren als het te laat ware, en toch dit houdt gij voor 't gelukkigste wat u zou kunnen overkomen; gij hebt er dus niet op gerekend dat alles u tegenloopen moet, zooals gij u nu eenmaal inbeeldt en dat bij voorbeeld een kogel verdwaalde in een uwer ledematen, zonder den dood te brengen, gewond op een slagveld te liggen is geen zacht lot, ik heb er ondervinding van.
"Wel gezegd!" zeide hij: "de practijk moet het hem doen: ofschoon, het is thans ook al de goede tijd niet meer: de zaken zijn slap en de verdiensten verminderen bij den dag: althans het is of het mij altijd moet tegenloopen. Wanneer ik eens een speculatie doe, die anderen tonnen gouds in den zak jaagt, moet ik mij met eenige percenten vergenoegen."
"Hoe dankbaar ben ik, mijn God, voor het licht, dat Gij mij aanvankelijk hebt geschonken na het ronddolen in nevel en duisternis." Toen Lewin zijn huis naderde, bemerkte hij Tanja en Grischa, die hem kwamen tegenloopen. "Oom Kostja! mama, grootpapa en Sergej Iwanowitsch en nog een," zeide Tanja, "komen u te gemoet." "Wie is die andere?" "Zoo'n rare heer! Hij doet altijd zoo met de armen."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek