Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 1 juli 2025


Men begrijpt ligt, dat aangezien de verborgene warmte belangrijk is, er ook eene evenredig groote koele oppervlakte, of hoeveelheid koelend vocht, met den stoom in aanraking moet worden gebragt, om geheel tot water over te gaan, dat minder dan 212 graden temperatuur zal bezitten.

Dat ik de ingrediënten heel goed kende, die heel goedkoop en gemakkelijk verkrijgbaar waren; en ook de kunst verstond van ze te mengen, en zijn werklieden aanwijzingen kon geven voor het maken van die buisjes, van eene grootte, evenredig aan die van alle andere dingen in Zijner Majesteits rijk, en de grootste zou niet langer dan honderd voet hoeven te zijn; twintig of dertig van welke tuben, met de noodige hoeveelheid kruit en kogels geladen, de muren zouden stukschieten van de sterkste stad in zijn koninkrijk, als die het ooit zou wagen zijn vorstelijke bevelen te weerstaan.

Neem die afmeting nu vijf- of zelfs tienvoudig; geef aan dit beest eene kracht evenredig aan zijne grootte, verzwaar zijn hoorn en gij hebt het bedoelde dier. Dan heeft het afmetingen zooals de officieren van de Shannon die hebben beschreven, een hoorn sterk en zwaar genoeg om een gat in de Scotia te booren, en kracht in overvloed om de kiel van een stoomschip aan te tasten.

Ik herinner me dat ik in deze diskussie partij vatte tegen Guskoff, en ik liet me meesleepen hem zelfs te bewijzen dat verstand en beschaving steeds omgekeerd evenredig waren aan dapperheid en ik herinner me hoe Guskoff mij op beminnelijke en verstandige manier uiteenzette, dat dapperheid een noodwendig uitvloeisel van verstand en van een zekeren graad van geestelijke ontwikkeling was, en dat ik hem dit, wijl ik mij zelf voor een verstandig en beschaafd mensch hield, niet anders dan toegeven kon!

De kleinheid van hun methodes en toepassingen en verbeeldingskracht belemmert en verslaat onze kracht. Er bestaan nog geen machines, die evenredig zijn aan de kracht onzer handen, en geen hulpmiddelen die in onze nooden kunnen voorzien. Zij maken onze grootte dienstbaar door duizenden onzichtbare handen.

Om nu de in den aanvang geuite onderstelling geheel te vervolgen, moeten we er de volgende beschouwingen aan vastknoopen: Na de vermeestering van alle bewoonbare plaatsen en een aanzienlijke vermeerdering van behoeften, evenredig met de toename van bevolking hebben de leden van vorengenoemd, overheerschend ras evenzeer een rijker wereld van gedachten moeten krijgen en daardoor de behoefte, deze aan elkaar mede te deelen.

Wij hebben gezien, dat de Nederlanders alle pogingen in het werk stelden om den winstgevenden Chineeschen handel aan de Spanjaarden te onttrekken. In dezen zelfden tijd werd tegen de Spanjaarden in de Molukken slechts zeer weinig, zoo goed als niets ondernomen. Reeds is er door mij op gewezen, dat Lam door J. P. Coen werd teruggeroepen, daar hij de bevelen omtrent het slechten der forten niet had uitgevoerd, terwijl ook het feit, dat hij de Ternatanen hulp had verleend tegen de Tidoreezen en Spanjaarden, Coen's misnoegen had verwekt. De Houtman werd als zijn opvolger aangewezen. Maar ook deze vond, evenals de meeste ambtenaren in de Molukken, de hem in zijn instructie meegegeven bevelen verkeerd. Ontnamen wij den Ternatanen de hen beschermende forten, dan zouden zij zich vereenigen met de Tidoreezen en de Spanjaarden en zeker onze ergste vijanden worden, meenden De Houtman en zijn raden. Coen was het echter niet met hem eens en dus werd De Houtman eveneens teruggeroepen en in Maart 1623 vervangen door Jacques le Febvre. Wij zien, Coen hield hardnekkig vast aan zijn eens genomen besluit en zijn opvolger Pieter de Carpentier drukte nauwkeurig zijn voetstappen. De gelden, die de Compagnie jaarlijks moest uitgeven voor de Molukken, waren niet evenredig met de voordeelen. De kosten moesten verminderd worden en dus enkele forten gesloopt! Hadden wij dan al onze krachten op de kust van China en tegen de Philippijnen verspild? Waren wij niet bij machte de Spanjaarden uit de Molukken te verdrijven, zooals De Houtman dit wilde? Was dit geschied, zou men dan niet op betere wijze tot vermindering van uitgaven zijn gekomen? Volgens Coen, niet. Hij wantrouwde de Ternatanen, ook dan wanneer zij schenen onze vriendschap te zoeken. Hij zag wel in, dat zij zeer gaarne hun gewesten hadden bevrijd van vreemdelingen, die hen dwongen hunne producten voor minder dan de helft van de waarde af te staan, terwijl dat mindere dan nog werd betaald in rijst en kleederen van twijfelachtige qualiteit. Dat nu deze Ternatanen ook aandrongen op de verdrijving van de Spanjaarden, zou Coen reeds huiverig gemaakt hebben aan hun verlangen te voldoen, maar er was meer. Hij begreep, dat ze door de nabijheid der Spanjaarden ook beter in bedwang werden gehouden, daar zij onzen steun niet konden missen, zoolang de Spanjaarden hen bedreigden. Bovendien zouden wij ons nog op andere wijze benadeelen door het nemen der Spaansche forten. Men liep dan toch gevaar, dat de Engelschen, volgens het ons bekende in 1619 gesloten accoord, aanspraak zouden maken op het medebezit van het veroverde. Dit waren dus de eigenlijke redenen, waarom de Nederlanders zoo weinig in de Molukken tegen hunne vijanden uitrichtten. Ofschoon de macht der O.-I. Compagnie in de Molukken in deze jaren zeer gering was, Le Febvre schreef in 1624 dat hij slechts één jacht, dat lek was, tot zijn beschikking had , ondernamen de Spanjaarden toch niets tegen ons. Zij waren daartoe niet in staat en hadden in de Molukken gebrek aan alles. Steeds werden de Tidoreezen gepaaid met beloften, maar de hulp die opdaagde, was ternauwernood voldoende om de zaken loopende te houden. De vriendschap der Ternatanen voor ons nam toe of af, alnaarmate de hulp, die de Spanjaarden uit Manila ontvingen, klein of groot was. In 1624 werden er zelfs door den gouverneur-generaal en raden aan de bewindhebbers geruchten meegedeeld van een vereeniging van de Spanjaarden, Tidoreezen en Ternatanen tegen ons. Deze geruchten bleken waarheid te bevatten. In Mei 1623 was de nieuwe Spaansche gouverneur der Molukken, Pedro de Heredia, met een vrij groote macht, twee galeien, drie kleine fregatten en nog een ander vaartuig, uit Manila gearriveerd, waarvan de genoemde vereeniging het gevolg was geweest. Bovendien werd de komst van nog twee galeien in 't vooruitzicht gesteld. Le Febvre zag hier tegen een harden strijd tegemoet en vroeg dus een versterking van twee

Waarschijnlijk heeft de thermometer niet heel veel graden onder het nulpunt gestaan; toch moet de uitwerking op hunne lichamen, door de kleeding slecht beschut, evenredig geweest zijn aan de snelheid van den kouden luchtstroom. De storm duurde ruim een dag lang; de mannen voelden hunne krachten afnemen, en de muildieren wilden niet verder.

En daar het "geschenk" evenredig zal zijn aan de bewezen diensten, heeft Abbas het zich tot taak gesteld, er mij te bewijzen van den morgen tot den avond, en ik kan mijn hand niet uitsteken naar eenig voorwerp of een beweging maken, als wilde ik mijn djellaba van den kapstok krijgen, of hij komt op mij toe en dwingt mij zijn gezelschap op voor de wandeling.

31 dan de reuzen overéénkomen met zijne armen: dan zie hoe groot hij moet zijn in zijn geheel, dat evenredig is aan dusdanig deel. 37 O hoe groot een wonder scheen hij mij toe, wanneer ik drie aangezichten aan zijn hoofd zag! Het ééne van voren, en dat was vleeschkleurig;

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek