United States or Iran ? Vote for the TOP Country of the Week !


Door het bladerenweefsel der heesters schemerde de villa heen en tusschen de zuilen der voorgalerij, in het licht, dat van binnen viel zaten eenige vroolijke menschen en schenen te schertsen. Want Paul en Freddy hadden nog meer gasten: Georges en Lili met hun twee kleintjes en Etienne, bruisend jong als altijd. Otto en Marie wandelden langzaam naar huis toe.

Tantes loge was een uitkomst.... Haar man stond in de serre met een groep heeren, den heer Verstraeten, den heer Hovel, Otto en Etienne Van Erlevoort, die druk redeneerden, en hij luisterde toe, met zijn groot dik lichaam de bladeren eener palm verdrukkend, een ietwat dommen lach op zijn goedig gelaat.

Waar gaan jullie naar toe, met je beidjes? herhaalde Etienne, in zijn inquizitoriale stem een tintje van jaloezie. Dat weten we niet! We hebben geen doel.... Waarom gaat Marianne niet mee? Marianne wilde liever "Ein Gebet" van Carmen Sylva nog eens overlezen. Vertrouw je ons niet met elkaâr? Jawel, maar konden jullie geen anderen weg nemen, dan onder mijn venster?

Otto liep langzaam den breeden, slingerenden weg af, maar hij zag niets, en ten laatste riep hij ook: Théodore! Etienne! Een zware stem antwoordde hem, en op dit geluid sloeg hij een zijpad in. Hij zag zijn twee broêrs, verloren in het donker, zittend op een bank. Hun gezichten kon hij ternauwernood onderscheiden. Er wordt zeer naar je verlangd! sprak hij. De bowl is verschenen!

Ook de kleine Verstraetens wonden Tine en Johan op, en liepen hen na, over den langen, marmeren corridor, stampende met hunne laarzen. Mathilde sloeg hare handen wanhopig in elkaar. Niemand lette op haar, daar juffrouw Frantzen de meiden hielp met het speelgoed, en de jonge meisjes weêr met Paul en Etienne kakelden.

Onlangs nog is met de noodige praal, in tegenwoordigheid van den minister Etienne en den gouverneur-generaal Jonnart, de spoorweg geopend naar het zuidelijkste punt in de Sahara, een heel eind voorbij Figuig, naar Colomb-Bechar, hetgeen op de nog voor zoo korten tijd oproerige Bedouïnen een beslisten indruk gemaakt heeft.

Zoo was mevrouw Van Erlevoort overgebleven met haar twee zoons, Otto, adjunct-kommies bij Binnenlandsche Zaken, Etienne, te Leiden studeerend in de rechten, en haar jongste, Frédérique, en zonder de nieuwe bekoring en frissche emoties van haar grootmoederschap, zou zij te midden dezer betrekkelijke kalmte zeker melancholiek zijn geworden, gewend als zij was aan het gedribbel of gehuppel van voeten op de trap en het gelach en gezang van heldere stemmen in haar ruime vestibule.

Zoo kon men ook eene dwaasheid zich hard, hard rukken uit zijn gedachte.... al bloedde die ook later na. De Van Rijsseltjes, die Mathilde niet in de boot vertrouwde, als Etienne er bij was, hadden zich, toen hunne ongelukkige gezichtjes na die teleurstelling, afgewischt en opgeklaard waren, met schommel en wip opnieuw tevreden gesteld.

Maar toch, waarlijk, probeer het eens in het vervolg, Etienne. Zij liepen langzaam door, en Etienne boog het hoofd. Zijn vroolijke luchthartigheid zwoegde onder al dien ernst, maar hij gevoelde iets als zelfverwijt. En dan, kerel, denk er eens aan af te studeeren. Je bent, vooral tegenwoordig, verschrikkelijk aan het lummelen, geloof ik.

Zij volgden hem naar de serre, waar men zich bijna verdrong en Paul gevoelde zich wrevelig, dat Etienne hen was komen storen. Hij moest toch eens met Freddy spreken: het begon hem te vervelen, dat eeuwige boudeeren. Henk en Betsy waren binnengekomen, door de eetkamer, en zij zagen er den ouden heer De Woude zitten met zijn dof, goedig gelaat en zijn fijn, grijs haar.