Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 juli 2025
Eigenaardig en ook al weer teekenend voor de gebrekkige afsluiting van de stad, is het feit, dat eerst daags na den val van les Tourelles, Dunois, de bastaard van Orléans, met nog eenige voorname heeren, waaronder de bekende kapitein la Hire, binnen de muren van Orléans verschijnt en het opperbevel over de verdedigingstroepen op zich neemt.
Terwijl Dunois naar Blois vertrokken is, om het achtergebleven deel van het convooi te halen, besluit Jeanne eenige dagen rustig af te wachten of de Engelschen gehoor geven aan hare aanmaning. Intusschen heeft men moeite, het volk kalm en in bedwang te houden. Ze willen hun Heilige zien en bewonderen en verdringen zich voor het huis van den zilversmid Boucher.
Waarom zingen ze niet liever hollandsch! Wat hebben wy aan dat vreemde geseur? Begryp jy er wat van? Wouter wist iets van de historie, en vertelde wat-i kon van den "schoonen Dunois" die zoo byzonder veel Saraceenen doodsloeg, en ter belooning trouwen mocht met de dochter van: "le comte son seigneur!" Dat was toch plezierig in ouden tyd!
Dunois verlaat de stad met een escorte van tweehonderd man en trekt naar Blois om met den jongen graaf van Clermont te beraadslagen, wat men doen zal. Besloten wordt, dat de troepen van Orléans en van Blois door een gecombineerden aanval zullen trachten, het convooi te onderscheppen: men zal elkaar ontmoeten te Rouvray.
De eerste aanval van de Franschen wordt zelfs afgeslagen en ze trekken terug. Maar er komen versterkingen uit de stad. Dunois steekt de rivier over met Gilles de Rais. Ze brengen kanonnen mede en alles, wat er noodig is voor een krachtigen aanval. Het geschut maakt een bres in de buitenste palissade en dan volgt de algemeene stormloop. Jeanne is in het voorste gelid met Gilles de Rais.
Men moest opstaan voor den: jeune et beau Dunois! Reeds was de muziek gevorderd tot de strofe: de bénir ses exploits, toen er met 'n bundel papier vry driftig op den rand der koningsloge werd getikt, juist op de plaats waar men berekenen kon dat de Keizer zat. De Holsma's recht naar-boven ziende, werden slechts 'n stuk van den zonderlingen hamer gewaar, waarmee Z. M. de maat sloeg... De maat?
Als het leger n.l. gekomen is in de buurt van Crépy en Valois, rijdt Jeanne tusschen den Rijkskanselier en Dunois. »Dat is een goed volk; ik heb nog nooit het volk zoo verheugd gezien bij de aankomst van den edelen koning. Ach, dat ik het geluk moge hebben, als eenmaal mijn laatste uur zal zijn geslagen, om in deze streek begraven te worden.«
Dunois kalmeert haar door de waarheid te vertellen. Dienzelfden dag nog schrijft Jeanne een nieuwen brief aan de belegeraars, waarin zij ze nogmaals sommeert, het beleg op te breken. Ze zegt zelf: »Dit is voor de derde en laatste maal, dat ik U schrijf; nu schrijf ik U niet meer.«
Men verwacht haar en ondanks het vergevorderd uur is de geheele stad op de been. De geestdrift, waarmede de bevolking van Orléans haar ontvangt, is eenvoudig onbeschrijfelijk. Voorafgegaan door een aantal toortsdragers rijdt Jeanne naast Dunois door de straten van Orléans, waarin zich eene dichte menigte heeft opgehoopt. In alle huizen heeft men de lichten ontstoken als even vele vreugdevuren.
Chastellain, die zijn Bourgondische gevoelens, als het pas gaf, merkwaardig op zij wist te zetten voor een pathetisch Fransch loyalisme, dicht een "mystère" op den dood van Karel VII, waarin al de aanvoerders, die voor hem de Engelschen bestreden hebben, als een eeregalerij van dapperen, een strofe zeggen, die hun daden vermeldt: Dunois, Jean de Bueil, Xaintrailles, La Hire zijn er bij, en tal van minder bekenden.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek