United States or Brunei ? Vote for the TOP Country of the Week !


Met haar vertrekken Dunois, Gaucourt, la Hire en Poton de Xaintrailles en nog een deel van de burgerwacht ter versterking van de troepen, die zich reeds op de bouwvallen van de voorstad de Portereau bevinden.

Ook uit zijn brieven van die dagen spreekt nog altijd groote voorzichtigheid en een zekere angst om zich te veel bloot te geven, als hij den bewoners van de steden, die hem trouw bleven, op het hart drukt, God te loven en de dappere daden in Orléans bedreven in eere te houden en wel vooral die van Jeanne »die steeds en in persoon bij dat alles tegenwoordig was«. Maar na zoo'n koude douche willen wij ons weer even verwarmen aan het enthousiasme van d'Alençon en Dunois en de eerste over Jeanne laten verklaren: »Zij was zeer bekwaam in den oorlog, in het in slagorder brengen van de troepen zoowel als in het opstellen van de kanonnen.

Er is n.l. een brief van haar bewaard gebleven aan Dunois, en deze brief is, volgens gebruik van dien tijd, verzegeld geweest met een afdruk van haar cachet in was en een zwart haar: een haar van de afzendster. Dit zijn ongeveer de eenige gegevens waarover de tallooze beeldende kunstenaars hebben beschikt, die in de laatste vijf eeuwen, door Jeanne geïnspireerd, haar beeltenis hebben vervaardigd.

De Engelschen staan verstomd, en een onbestemd gevoel van angst bekruipt hen. De Franschen hebben intusschen tijdens de afwezigheid van Jeanne met hun aanval geen groote vorderingen gemaakt. Reeds loopt het tegen den avond en Dunois wil het signaal voor den aftocht laten geven.

Men dringt er bij Jeanne op aan, dat zij zich zal vertoonen en Zondag den 1en Mei rijdt zij dan met een klein gevolg door de straten van Orléans, toegejuicht en gehuldigd door een talrijke menigte. 's Morgens van den derden Mei kondigen de wachters de nadering aan van het leger van Blois. Jeanne rijdt het tegemoet. Ook Dunois komt terug.

Zoodra de wachters op de wallen en torens van de belegerde stad de aankomst van het leger van Jeanne hadden aangekondigd had, Dunois de stad verlaten en was hij Jeanne te gemoet getrokken. Maar de ontvangst van hare zijde is bij die eerste ontmoeting niet bijster vriendelijk. Zij verwijt hem, dat men haar bedrogen heeft. Is het op zijn advies, dat men deze route gevolgd heeft?

Voor alles wil men echter weten, of de berichten waarheid bevatten en Dunois zendt dus twee afgevaardigden naar Chinon om naar de zaak te informeeren.

Merkwaardig is wel, dat dien dag de voorhoede van het Fransche leger en de hoofdtroep onder bevel staan van Poton, La Hire, d'Alençon en Dunois, terwijl men Jeanne met Gilles de Rais in de achterhoede heeft geplaatst. Dat men dit gedaan zou hebben uit angst, dat Jeanne in een hinderlaag zou vallen, lijkt mij niet waarschijnlijk.

Daarna volgen de hoofdpersonen van de tweede getuigengroep: Pasquerel, de wapenbroeders van Jeanne: Dunois, de Gaucourt, d'Alençon, d'Aulon, de page Louis de Contes en enkele burgers van Orléans.

Dat kan geen werk zijn van menschen, maar slechts van haar, die met een Goddelijke opdracht tot hen komt. Als de avond begint te vallen wil Jeanne terug naar Blois om het achtergebleven gedeelte van het convooi te halen en Gilles de Rais en Dunois hebben al hun overredingskracht noodig, om haar dit voornemen uit het hoofd te praten.