United States or Canada ? Vote for the TOP Country of the Week !


Nog een oogenblik en hij heeft haar geholpen bij het uitstijgen en gaat met haar de ophaalbrug over, gevolgd door de beide kameniers, die de duena ondersteunen, welke dame nog niet zeer stevig op haar voeten schijnt te staan en in een staat van buitengewone zenuwachtigheid verkeert.

Mijn duena, de gravin De Pariza, heeft reeds haar wensch te kennen gegeven, om de dochter van den koopman nog eens te zien dansen." "Niets anders?" vraagt Guy teleurgesteld.

En als een wrekende godin gaat zij op de sidderende duena af, die, hevig ontsteld, begint te gillen. Maar Guy houdt den blanken opgeheven arm tegen.

Ik zal hem alles vertellen op mijn eigen manier en als ik den tijd daartoe gekomen acht." "Zal ik niet!" krijt de duena. "Zal ik niet! Meent gij, dat ik uw vaders toorn op mij wil laden?"

Bij zijn vermetelen toost trekt de dame zich haastig terug, met een ingehouden kreet, voortgekomen half uit verwondering, half uit hoogheid. Een oogenblik later lacht zij, een lach, alleen eigen aan de jeugd, bekoorlijk, betooverend, en merkt op: "Zulke toosten zullen u de verontwaardiging van mijn duena op den hals halen." "Uw duena! die is hier niet!" "O ja.

Zij wacht aan de poort van dit slot en verlangt slechts uwe vergunning, om binnen te komen en u haar ongehoord ongeluk mee te deelen." "Mijn waarde stalmeester Trifaldin met den witten baard," antwoordde de hertog, "wij kennen sinds lang al het ongeluk van uwe meesteres, de gravin Trifaldi, die alleen door de kunstenarijen van snoode toovenaars Dueña Dolorida genoemd wordt.

Een seconde later komt Dona Hermoine de kamer binnen, gekleed in kostbaar bont, haar trotsch hoofd beschaduwd door een zwierigen Spaanschen hoed met lange witte veeren, haar donkerkleurig gelaat stralend, terwijl haar oogen nog levendiger worden, zoodra zij Guy opmerkt. Achter haar aan schrijdt de gravin De Pariza, duena van top tot teen.

"De edelman zal zijn bezoeken in mijn huis niet staken!" antwoordt Hermoine met een verontwaardigde flikkering in haar oogen. "Gij vergeet, dat gij tot uw duena spreekt!" "Bedenk, dat ik Dona de Alva ben!" "Goed, in dat geval schrijf ik terstond aan uw vader." "Gij zult van dit alles geen woord aan mijn vader overbrengen.

"Laad dan den mijne op u!" roept het meisje uit, en terwijl zij vlak voor haar duena gaat staan, vervolgt zij met vlammende oogen: "Waag het, een woord van dit alles aan wien ook te zeggen, voordat ik het u beveel, en ik vertel mijn vader, dat vier jaren geleden, toen gij meendet, dat ik nog te jong was, om op staatszaken acht te slaan, gij, voor twee duizend kronen, den jongen Brederode hebt gewaarschuwd, zoodat hij Brussel kon ontsnappen om gevangenneming en terechtstelling te ontgaan!"

"Ik ik meende altijd, dat gij van mij hieldt," stamelt de duena opstaande. "Van u houden?" herhaalt het meisje met een vreemde flikkering in haar oogen. "Denkt gij, dat ik ben vergeten, dat gij mij, toen ik twaalf jaar was, om de ooren hebt geslagen? Denk niet, dat ik bang voor u ben! Dat is goed voor uw Moorsche slavin, die naar uw kleedkamer gaat als naar de pijnbank.