Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 4 mei 2025
'O! hij is al verliefd geweest en verbeeldde zich toch een elf te zijn, hi! hi! hi! lachte Pluizer geniepig! 'Neen! beste jongen, dat gaat niet, zei de Dood, 'die dingen zul je bij docter Cijfer wel verleeren. Wie zoekt wat gij zoekt, moet al het andere verliezen. Alles of niets.
Pluizer keek hem valsch en geheimzinnig aan. Docter Cijfer liep met lange schreden en staarde naar den grond. De weg werd hem bekender en vertrouwder, iederen steen, ieder struikje kende hij, toen verschrikte Johannes op eenmaal hevig, want hij stond voor zijn eigen huis. De kastanjeboom voor het huis breidde zijn groote, handvormige bladen schaduwend uit.
Johannes zweeg en geloofde. Hij wilde sterk zijn. Hij sloot de oogen, om het konijntje niet te zien. 'Beste jongen! zeide de docter, 'je schijnt nog wat teergevoelig om te beginnen. Het is waar, de eerste maal is zoo iets naar om te zien. Ik zelf zie het altijd ongaarne en vermijd het zooveel mogelijk. Doch het is onontbeerlijk.
Het Leipziger twistgesprek. Intusschen wachtte den hervormer nieuwe strijd. Docter Eck, hoogleeraar te Ingolstadt, nogal een vroegere vriend, ging ook heftig tegen Luthers geschriften te keer.
De man tuurde ingespannen door een koperen buis en zag niet op. Toen Johannes naderkwam hoorde hij hem mompelen: 'Wistik! Wistik! Naast den man, op een lang, zwart bankje, lag iets wits en wolligs, dat Johannes niet goed kon onderscheiden. 'Goeden morgen, docter! zei Pluizer, maar de docter keek nog niet op.
Laat mij uitscheiden, laat mij niet meer zoeken, laat mij alleen! 'Weet je niet meer wat de Dood gezegd heeft? Een mensch zou je worden, een volmaakt mensch. 'Ik wil niet, het is vreeselijk. 'Je moet, je hebt ééns gewild. Zie docter Cijfer eens, vindt die het vreeselijk? Word zooals hij is. Het was waar. Docter Cijfer scheen altijd rustig en gelukkig.
Faust was hier welbekend door den volksroman "De Historie van Docter Johannes Faustus, die een uitnemenden grooten tovenaar in zwarte Konsten was ...." enz., welks verschijning door mr. van den Bergh waarschijnlijk wordt gesteld op het einde der 17e eeuw.
Hij grinnikte voortdurend geheimzinnig, als een die een ander een verrassing bereid heeft. Johannes vreesde hem zeer in die stemming. Docter Cijfer bleef echter ernstig als altijd. Zij gingen een verren weg dien morgen. In een spoortrein en te voet. Zij gingen verder dan anders, nog nooit was Johannes buiten de stad medegenomen. Het was een warme, zonnige dag.
Nooit verliet ik haar in het laatste jaar haars levens. Ik sliep voor haar bed, gaf haar alle de medicynen; en zag, buiten myne Tante en den Docter, niemand dan onze goede Pieternel; die brave meid, welke myne Ouders reeds diende, toen ik geboren wierd, en waar voor ik zo veel liefde heb.
'Zoeken, denken, kijken! zei Pluizer. 'Zeker, zeker! zei de Dood; en toen tot Pluizer: 'Bij wien zult ge hem brengen? 'Bij docter Cijfer, mijn oud-leerling. 'A ja! dat is een goed leerling. Dat is een zeer fraai voorbeeld van een mensch. Bijna volmaakt in zijn soort. 'Zal ik Robinetta weerzien? vroeg Johannes bevend. 'Wie bedoelt het ventje? vroeg de Dood.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek