Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 18 september 2025


Zuster, ik kom en rust op dijnen schoot, om dijn betooverend aangezicht te zien. O, wat bens du schoon! Geene onder ons heeft bladeren, welker verf zoo zuiver is als de kleur dijner wangen. O, verhef dijne lange wimpers nog, dat ik dijne zwarte oogappelen fonkelen zie!

O vreugde! Lodewijk, goede Lodewijk! DE DUIVEL, in de gedaante van Lodewijk, met droef gelaat. Rosa, hebs du wel éénmaal aan dijnen ongelukkigen vriend gedacht? HET MEISJE. O dagelijks! Ik vergeet nimmer mijne kinderlijke vermaken, noch hem, die ze met mij zoo trouwelijk heeft gedeeld. Maar du Lodewijk, hebs du in de wijde wereld dijne kleine gezellinne niet vergeten?

Zij wikkelt zich vaster in mijne strikken: mij zal ze toebehooren? DE ENGEL, tot het meisje. Zie, o dierbaar schutskind, hoe dijne woorden mijne tranen doen vlieten. Du dwaals; moge dijne zwakheid en onervarenheid dij ontschuldiging verwerven bij den Goedertierene.

DE ENGEL. Rosa, du weets niet wie ik ben; en toch, van dijne geboorte tot heden heb ik dij nooit verlaten. Ik stond bij dijne wiege, en zond over dij den zoetsten slaap; dijne lieve droomkens waren bloemen, uit mijne hand over dijn beddeken gestort. Ik bestierde dijne eerste stappekens en wierp voor dijne voetjes de steenen uit het hobbelige pad des levens.

Dezelfde, die mij troostte in mijne krankheid; zij is nu zoo treurig en zoo smartelijk.... DE ENGEL, met diepe droefheid. Rosa, hebs du gansch dijnen goeden vriend vergeten? Weets du niet meer, wie bij dijne bedsponde heeft gewaakt, om dijne smarten licht en dijnen slaap zacht te maken? HET MEISJE. Ik weet het nog en bemin dij immer; maar waarom is dijne stem nu zoo treurig?

DE DUIVEL. Denks du, engel des lichts, dat ik dij eene ziele zonder strijden overlate? Drijf dijne liefde dij tot de bescherming der menschen, mijn haat drijft mij tot hunne vervolging. DE ENGEL. Dijn haat! Wat heeft het maagdelijn dij gedaan? DE DUIVEL. Is zij geene dochter Eva's? DE ENGEL. Zij is het.

Stort dijne gebeden, Als ik ben op reis, Opdat ik met vreden Keer in dijn paleis; Bid Neptunus jonstig, Dat hij zij behoedig mij, En Aeool mij jonstig, Door Zefyr, voorspoedig zij. Trouw als Penelope Mij, Ulysses, wacht! Ik stel al mijn hope Op u, dag en nacht; Als Océaan woedig Het gantsche schip deyen doet, Door golven onspoedig, Zal ik aan dij peizen vroed.

Nog een enkel uur, en du hoordes het engelenkoor dijnen welkomstgroet aanheffen.... Nu, eilaas, o smarte! nu is dijne ziel bevlekt met de zonde des ijdelen hoogmoeds.... Het licht is verdwenen ... mijn hart breekt van lijden. HET MEISJE. Bemins du mij dan zoozeer, goede geest? Zeg mij toch, wat heb ik gedaan, dat dij zulke smarte baart?

DE DUIVEL. O, lieve Rosa, dan sterf ik niet en leef eeuwig in dijne liefde! DE ENGEL. Rosa, Rosa, zals du eenen mensch beminnen boven dijnen God? HET MEISJE. O, ik bemin mijnen God. Maar hij sterft, mijn arme vriend; zou ik hem niet troosten? DE DUIVEL. Rosa, Rosa! Haast du het zaligend woord te spreken: reeds voel ik den dood in mijnen boezem zinken.

HET MEISJE. Lodewijk, Lodewijk, dijn aangezicht is bekoorlijk, dijne liefde vurig en dijn lijden onuitsprekelijk.... DE ENGEL. Eilaas, zij valt. DE DUIVEL. Zege, zege, mij de ziele! HET MEISJE. En toch, ik bemin mijnen zoeten Jezus boven alles; mijne liefde en mijne ziele eeuwig aan God! DE ENGEL. Heil, heil, zij heeft gezegepraald! Geloofd zij God in den hooge!

Woord Van De Dag

weledl

Anderen Op Zoek