Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 18 september 2025
DE ENGEL. Wel doets du, Rosa; eene star te meer zal daarom aan dijne lichtkroon in den hemel blinken! DE DUIVEL. Du hebs in dezen strijd gezegepraald, engel des lichts; maar niet zoo gelukkig zals du zijn in de tweede en beslissende worsteling. Beproeven wij de ziel op den steen der wereldlijke liefde. Tortelinne, ik bemin mijnen broeder zoo vurig en zoo teeder als du dijnen broeder bemins.
Dijne schoone ziel is rijk in deugden, rein en zuiver als een diamant; zij behaagt dijnen Gode, en, blijft zij zoo, dan zal zij eeuwig leven voor het aanschijn van den Onnoembare. Zeg mij, Rosa, indien du slechts ééne dezer twee schoonheden behouden mochts en de keus dij gelaten wierd, welke zouds du kiezen? HET MEISJE. O, ik behielde immer de zieleschoonheid.
DE ENGEL. Niet als du, geest der duisternisse, zal ik roemen op eene onzekere zegepraal. Vaar voort met dijne logenen; de zonde Adams heeft den mensch aan dijne verleiding onderworpen. Doch, vergeet niet, booze, dat de beproefden in 's Heeren glorie hooger staan dan de onbevochtenen.
HET MEISJE. Du dwaals voorzeker, lieve bloeme, of sprak dijne stem het lied, dat de rozen elkander van verre toezingen? DE ROOS. Neen, neen, zuster, niets op aarde is schoon als du! Ziedaar, aan dijne voetjes, het beekje, dat zijne murmelgolfkens wederhoudt om dijn beeld te herspiegelen en te streelen, O, mocht ik sterven op dijne warme borst of in dijne zijden haren.
HET MEISJE. O, ween zoo niet om mij, du goede; ik lijd in dijne droefheid en begrijp wel, dat het nieuw gevoel mij schaden zal; anders, hoe zou het dij smarten, dij, mijnen trouwen vriend? Kon ik het verjagen uit mijnen boezem, ik deed het om dij te troosten; doch mij ontbreekt de macht. DE ENGEL, tot den duivel. Achteruit, du verleider, dijn looze strik gaat breken!
Was hetzelfde vuur in dijnen boezem, du zouds den gloed mijner handen niet voelen. Zie, wreede, daar vergaat mij het leven van pijn; mijne oogen breken.... Du moords dijnen trouwen vriend, en du ziets ongevoelig neer op zijnen dood. O erbarmen, erbarmen! HET MEISJE, medelijdend. Arme Lodewijk! kon ik dijne smarten verlichten, ik deed het gaarne. DE DUIVEL. Du kans het, lieve!
Ik, alhoewel boven den mensch verheven, ben dijn slaaf geworden door den band mijner liefde tot dijne ziele.... O, ik was gelukkig, Rosa, omdat het geluk dij wachtte. Dijn hart was als de reinste spiegel, zelfs van den minsten wasem niet besmet. Reeds teekende het dalend licht in de ruimte de hemelbaan, die wij te zamen volgen zouden.
Wat zal er toch geschieden in het gevreesd en onbegrijpelijk oogenblik? DE BROEDER. Zuster, du zals eenen engel aan dijne rechterzijde zien verschijnen; hij zal dij omringen met lichtstralen, zal dij omsluiten in zijne armen, zijne gulden vlerken uitslaan, en met dijne ziele juichend opstijgen tot God, die dij eene schoone plaatse in zijnen hemel heeft voorbereid. DE ZUSTER, na lang stilzwijgen.
Zij betreurt dijne vroege opvaart naar het hooge vaderland, doch verblijdt zich, dat de Heer de kroon der reine zielen dij geschonken hebbe. DE ZUSTER. Zal ik haast vertrekken, broeder? DE BROEDER. God alleen weet het, Rosa. DE ZUSTER, mijmerend. Daar vliegt een vogel zoo driftig voorbij! Hij heeft een wormken gevangen om zijn kroost te spijzen.
Aan dij dacht ik des morgens, des daags, des avonds en des nachts.... En du durfs mij vragen; hebs du dijne gezellinne niet vergeten? O, engellijke maagd, o, medelijden met mij, of ik sterf? HET MEISJE, verschrikt. Los, los! dijne handen branden als vuur, dijne blikken doorboren mijn hart.... O, beroof mij niet van mijnen zielevrede. DE DUIVEL. Altijd even koud!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek