Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 30 april 2025
Den dwingeland of den Engelschman wegjagen, is, in beide gevallen, zijn grond hernemen. Er komt een uur, waarin protesteeren niet meer baat; na de rede, moeten daden volgen; de levende kracht voltooit wat de idée ontworpen heeft; de geketende Prometheus begint, Aristogiton voltooit; de encyclopedie verlicht de geesten, de 10 Augustus electriseert ze. Na Eschylus, Thrasybules; na Diderot, Danton.
Hij merkte 't ten slotte toch, en al dit openlijk gemeester en achterbaksche gedoe was zeker 't allerslechtste voor den prikkelbaren man. Hij voelde zich meer en meer geïrriteerd tegen zijn oude vrienden, Diderot en Grimm. Zij waren, schreef hij in een klaagbrief aan Mme d'Houdetot, beide mannen van de wereld geworden, beide "geslaagd."
In mijn bibliotheek staan al mijn philosofen verguld op sneê." "Zooals gij zelf, mijnheer de graaf," viel de bisschop hem in de rede. De senator ging voort: "Ik haat Diderot; 't is een idéoloog, een declamator en een revolutionnair, die in den grond aan God gelooft en bigotter dan Voltaire is.
"De Dorpswaarzegger" had een enorm succes, de koning was verrukt: hij wilde den componist audiëntie verleenen en hem een jaargeld schenken. Rousseau weigerde op audiëntie te gaan en sloeg het jaargeld af. Het eerste begreep Diderot; het tweede vond hij bespottelijk: hierover liep hun eerste twist.
Zijn antwoord luidde: "de rechten ook eener uitgedoofde vriendschap weet ik te eeren, maar nimmer tracht ik haar weer aan te blazen." Zij hebben elkaar nooit meer gezien. St. Lambert op zijn beurt was zoo verontwaardigd over Rousseau's handelwijze tegen Diderot, dat hij hem onmiddellijk de vriendschap opzei en het exemplaar, dat Rousseau hem van zijn nieuwe werk gezonden had, terug stuurde.
Heel zijn wezen kwam in opstand tegen de tyrannieke willekeur die hem den vriend ontroofde; zijn ontstelde verbeelding tooverde hem de ergste dingen voor: hij zag Diderot in den toren van Vincennes voor zijn geheele leven.
Maar vooral, en deze tegenstelling zou een vijftienjarige vriendschap breken, Diderot was bedil-achtig en heerschzuchtig, op 't tyrannische af, hij wou zijn vrienden dwingen tot wat hij goed achtte; Rousseau, in het minst niet heerschzuchtig, verdroeg geen dwang.
Een maand lang bleef hij "au secret;" niemand werd bij hem toegelaten. De magistraat die hem kwam ondervragen ontving hij, zegt d'Argenson, met den trots van een fanaticus, dat wil zeggen met de hoogheid die den revolutionairen strijder betaamt. De gevangenneming van Diderot in dien tijd van zenuw-spannende maatschappelijke onrust, gaf aan Rousseau een ontzettende schok.
Een dergelijk gevoel heeft naar ik meen, ook de verhouding tusschen Byron en Shelley beheerscht. In den "Brief aan d'Alembert" had Rousseau in bedekte termen zijn breuk met Diderot kenbaar gemaakt. Door een zeer hatelijk bijbelsch citaat wijdde hij 't publiek in de oorzaken van dien breuk in.
Zij zijn de voorhoede van het menschelijk geslacht, dat naar de vier hoofdpunten van den vooruitgang gaat, Diderot naar het schoone, Turgot naar het nuttige, Voltaire naar het ware, Rousseau naar het rechtvaardige. Maar naast en onder de wijsgeeren waren de sofisten, giftige gewassen onder de heilzame kruiden, de scheerling in het maagdelijk woud.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek