Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 9 juni 2025
Sedert en is de standt der Moluques grotelijcx niet verandert, soodat ick onnodich achte weder om te verhaelen het gene ick voor desen wijdloopig mijne E.E. Heeren geaviseert, confirmerende hier mede hetgene ick voor desen principalijcken over de nootwendicheden der Moluques hebbe geschreven.
De reden is ten eersten omdat de moer laem is, dat been of vluegel mankeert, vermiets dat desen verminkte moer haer saet of nieten niet uytdelt als het behoert; daerom maekt sy weynig of niets goeds. Ten tweede is de moer somtyds dol en werpt meer neeten als één in de doppen, dese moeren maeken eenighe goede en eenighe quaede broet.
M. A. De swaermen syn van twee soorten. Eenighen noemt men eerste swaerm en anderen naer-swaerm. D. Vr. Waerom noemt men desen de eerste swaermen? M. A. Omdat sy met eenen oude moer swaermen en hebben maer een moer, daerom eerste swaermen. Den bye moet gy syen als gy hem afdoet of de moer in het kaer is, dan sullen de anderen byen terstond volgen. D. Vr.
Soo desen voornamen aff te brecken, verschijnt alhier den 8en deser uijt Taijouan t' Jacht Ackerslooth 16 passado van daer gescheijden met t'Opperhooft van Comps Commercie in Japan Johan van Elseracq, den 29en October met den Saijer ende t'Quel de Brack uijt Nangasackqijs baij vertrocken, den 6en en 7en November salvo in Taijouan aengelandt, medebrengende ten principalen in silver een retour van f
De eerste is "out-man ende weduwenaer", de ander "jonghman ende noch ongehout"; deze overlegt hoe hij "bequamelijck uyt desen eensamen staet tot een geselligh leven soude mogen komen." Het hapert hem er maar aan dat hij "te weynigh kennisse van saken hebbe in die gelegentheyt, en noch de rechte gronden niet en weet van dat groot werck."
Wij schicken jegenwoirdelick aldaer den Deken van sinte Marie tot Vtrecht, Heer Herman Betinatius, ende meester Franchois Zonnius, Domheere aldaer, bede doctueren in den heiligen scriften, bringers van desen, Commissarisen van wegen des hieligen Stoeles van Roome, ende by Keys.
2do Bemerkt dat desen honingh en den broet laeng moeten staen, hetwelck seer goet is voor den byenman, want ondervyndt gy dat in den herst dat eenen bye moerloos is, dan kan hy met een van desen moeren geholpen worden. Ondervyndt gy datter byen onder de hut syn die te weynig volck hebben, dan kan hy van desen volck niemen en helpen en lappen den bye.
Sy weet niet wat te maken, Sy voelt een selsaem vier door al de leden blaken; 890 Dies als sy op een tijt den ridder eensaem vont, Soo opent sy aldus tot hem een heuschen mont: Bevallick jongelingh, wat magh u doch bewegen, Dat ghy tot desen hoop soo bijster zijt genegen? Dat ghy by dit gespuys u soete jeught verslijt, 895 Ey geeft eens beter vreught aen uwen jongen tijt.
Ick hebbe ook eenighe eighen boecken van 't recht der oorloge ghesien, ten deele geschreven van theologanten, als van Franciscus Victoria, Henricus Gorichemus, Wilhelmus Mathaei, Johannes van Carthagena.... ten deel mede van doctoren in de rechten als Johannes Lupus, Franciscus Arius, Johannis de Ligneus, Martinus Laudensis, maar alle desen hebben van soo seer overvloedige materie uytermate weinigh bijgebracht en den meesten hoop alsoo, dat sij zonder orde die dinghen, die tot het recht der nature behooren, die tot het goddelijke, die tot der volckeren recht, die tot het burgherlijcke, die uit de canonijcke of geestclijcke rechten genomen zijn hebben vermengd en onder malkander geworpen, 't Geen allen dezen ontbroken heeft, namelijck 't licht der historiën, hebben beginnen te vervullen de seer geleerde Faber ... wijdloopiger Balthasar Ayala en noch meerder Albericus Gentilis in wiens naestigheit, ghelijck ik wete, dat ze anderen kan behulpelijck zijn, en bekenne dat ick daer door geholpen ben". Van Covarruvias en Vasquez wordt gezegd: Twee Spanjaerden Covarruvia en Vasquius hebben de scholastycke subtielheden met de kennissen der wetten, en canonijcke rechten te samen ghekoppelt.
Nu gawi dan in dese warande, Her ridder, spreken al luttelkijn, Ende verstaet die redene mijn, Dies biddic u, hoghe gheboren batoen. Anesiet desen boom scone ende groen, Hoe wel dat hi ghebloyet staet; Sinen edelen roke, hi daer gaet Al omme desen bogaert al; Hi staet in so soeten dal, Dat hi van rechte bloyen moet; Hi es so edel ende so soet, Dat hi versiert al desen bogaert.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek