Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 16 oktober 2025


Loat ons bij Veel-Hoar goan en de dieë mag 't vijffrankstik hoûen, stelde Deeske voor. Ietwat onthutst keek Theofielke op. Bij Veel-Hoar! Om wat te doene? vroeg hij eindelijk. H

Zonder te verademen, achtervolgd door het razend getier van Veel-Hoar, dat hoe langer hoe heftiger in de rumoerige straat opklonk, liepen zij over omgeploegde akkers, door rapenloof en bieten, en kwamen eindelijk op den breeden weg terecht. Daar hielden zij even stil en schaterden er hun dolle pret wild uit. Veur azeu nen dag gaf 'k wel zes moanden van mijn leven! juichte Deeske.

Deeske was kort, gezet, fiksrecht, met een naar voren puntend buikje en een dik, rond speknekje. Alle twee droegen een vollen, bruinen baard: die van Theofielke was hard en rasperig, die van Deeske zacht en kroezend. Theofielke zag ietwat bleek van gelaatskleur. Deeske frisch-rozekleurig.

Links van de deur, in den hoek, bij een tafeltje, zat toch een kerel, een gluiperige boerekinkel, dien Deeske van buiten door de spleet van het gordijntje niet had kunnen zien. Veel-Hoar, forsch en zwart, met langen neus en rood-gevlamde koonen, stond fiks rechtop achter de schenktafel, bezig met glazen omspoelen, en bij de klok zat op een stoel de oude moeder, suffigduttend in elkaar gezakt.

Daar stond de oude, grijze molen met zijn naakt-gekruiste wieken, en ginder verre lag de groote, sombere hoeve, zwaar ingesluimerd in den dompigen nacht. Zij moesten afscheid nemen. Morgen begon alweer de lange, saaie arbeidsweek. Allo, Dees, sloap wel, zille; en tot zondag ? zei Theofielke. Sloap wel, Teefiel, en tot zondag! antwoordde Deeske.

Heel leuk en kalm stapten Deeske en Theofielke door het glazen portaaltje naar buiten en zetten hun weg verder voort. Hawèl! wat dijnkt ou? Zoên we leute hèn vandoage! lachte Theofielke. Deeske, de koontjes vurig-rood en de kleine oogjes oolijk schitterend, moest het van dolle pret even uitschateren. Of ze leute zouden hebben met dat valsche stuk!

De vrouw kwam dadelijk naar hem toe, de rechterhand onder haar schort, al vast klein geld puttend. Zij haalde er 'n heel greepje te voorschijn en met haar linkerhand nam zij 't vijffrankstuk op, en bekeek het even. Deeske en Theofielke staarden onverschillig door het raampje naar buiten, den kronkeligen landweg in.

Een sigaar, in plaats van een pijp, dat stond goed en wekte vertrouwen, meende Deeske. Toen trokken zij er op los. Het was een frissche, droge, heldere, windige herfst-morgen.

Moar es da toch nie spijtig da we 't stik niet weer 'n hèn! jammerde Theofielke. We zoên d'r nog ne kier kennen mee uitgoan. Bah! 't gien dat we g'had hèn, hèn we toch g'had, troostte Deeske. Wie weet wat dat er loater nog gebeurt? Meschien geeft ouën boas ou nog wel e-kier azeu 'n stik. Hij haalde zijn laatste sigaar uit en stak die genoeglijk-smakkend aan.

Deeske stak een versche sigaar op en trok een oolijk oogje naar Theofielke, die in dien tusschentijd het stuk al gauw weer weggemoffeld had. Santus! zei de vrouw uit den kelder bovenkomend en hun de glaasjes op een presenteerblad toereikend. En eensklaps gul en vriendelijk gestemd, begon zij een praatje over 't weer. De beide vrienden antwoordden niet veel.

Woord Van De Dag

palaemon

Anderen Op Zoek