Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 juni 2025
Toen Kaatje een paar uren later dokter en mevrouw ging "kloppen", toen was mevrouw reeds bij de hand, want ofschoon zij nog geheel in nachttoilet was, aanstonds opende zij de deur der slaapkamer, en gaf Kaatje bevel om het briefje aan mijnheer Debecque, dat dokter gisterenavond gegeven had, nog niet weg te sturen, maar wel de twee brieven, die nu op het portaaltafeltje lagen.
Helmond groet mevrouw Debecque, die zwijgend een welkomstteeken heeft gegeven, en gaat dan aanstonds naar het ledikant. "Ah zoo, ben je daar menheer Helmond;" zegt de zieke tamelijk snel, ofschoon het te hooren is dat hij moeite heeft om zoo rad te spreken: "Mama's troetelgodin, de lieve Hollandsche lente, heeft me leelijk in m'n wiek geschoten. 't Spijt me dat ik je.... derangeeren moet.
En ginds: In het belang van een stiefzoon, wiens dood den baron Debecque tot universeelen erfgenaam van het kolossaal fortuin zijner vrouw zou maken, daar zal het rijtuig van mijnheer de baron om zoo te zeggen steeds ingespannen voor den dokter gereed blijven. Niets, niets moet er ontzien worden. En dan, welk een vertrouwen op Helmonds kunde!
En zie wat er op de lei staat. Bezoer!" Bus zag wat er op de lei stond: "Daadelijk die briev in je naamgenoot bezorgen ouwe slaaprok." k'Hem! Bus vond den brief bij de lei liggen. Aan 't adres van mijnheer Debecque.
"Maar mijnheer Debecque," valt Helmond in, terwijl hij in de breede vestibule stilstaande, met eenigszins saamgetrokken wenkbrauwen het fijnbesneden gelaat van den kleinen ouden baron nauwkeurig schijnt op te nemen: "u zegt, als ik wel versta, dat de luitenant uw naam zou kunnen aannemen, en dat hij dan......." "Welzeker!... Maar kom binnen. Hier.... hier asjeblieft.
Ja, dat was een zeer gelukkig intermezzo, want bij Archibalds meedeeling en vraag, is het Kartenglimp geweest alsof hem "de dood op den rug sprong". Op gezag van mijnheer Kippelaan, mijnheer Kippelaan had het van den horlogemaker, die wekelijks klokken en pendules bij den baron Debecque ging opwinden, wie kon het dus beter weten op gezag van Kippelaan heeft hij in de stellige meening verkeerd, dat de jonge luitenant: Debecque heette, en zee-officier op non-actief was.
Nu ik zal niet angstig zijn; maar hij is mijn eenig kind, en mijn voornaamste erfgenaam Een klein beetje loeren ze wel dokter, jawel, jawel!" Terwijl de coupee weer voorkomt, wil mijnheer Debecque volstrekt dat Helmond even in de huiskamer een glas wijn zal drinken.
Dominee Hoogerberg, bekend met de huiselijke omstandigheden der familie Debecque, brengt er, alvorens de dans zal beginnen, en nú reeds, dewijl hij om gewichtige redenen vroegtijdig naar huis moet, een hartelijken maar korten heildronk aan de gastvrouw die heden verjaart, en aan haar eenigen zoon, die in 't moederland mocht terugkeeren om een moeder gelukkig te maken.
Eva is niet ijdel op haar schoonheid althans ze gelooft niet dat ze dááraan ooit voedsel heeft gegeven; maar nu, in haar prachtig blauw damastzijden kleed, met de witte camelia in de haren; de witte kanten berthe langs de blanke schouders waarover de zwarte lokken wiegen; zonder eenig ander versiersel dan het stel kleine diamanten, 'twelk August haar te Parijs had gekocht; zooals zij daar zit, naast mevrouw de gravin Van Leeuwen die zeer besproeteld en tamelijk corpulent is, en naast de burgemeestersvrouw die vijf en veertig jaren telt; nu zij, schuin tegen haar over, de schichtige gastvrouw ziet, met een heel mooie muts op de peper-en-zoutkleurige boucles, en twee geagiteerde kleurtjes op de wangen; nu zij daar, overal verspreid, de leden van haar sekse opmerkt, in 't rood en 't wit, in 't havanna en korenblauw, in 't neteldoek en barège nu ze eindelijk opstaat omdat ze een paar heeren die haar in beslag hadden genomen, wel kwijt wil wezen, en zegt dat ze mevrouw Debecque eens even wil toespreken ja nu zij, gracelijk knikkend, de gedesoeuvreerde aansprekers voorbijgaande, in haar ruischend kleed de rotonde, ten aanschouwe van zoo velen, doorschrijdt, nu gevoelt Eva iets vorstelijks, iets 'twelk haar het hoofd wat fierder doet opheffen, en glimlachen.... enfin zooals een geboren gravin Van Armeloo zou hebben geglimlacht.
"Vergiftigd?" zegt Helmond zonder verbazing, want hij weet wel dat mevrouw Debecque zeer sombere oogenblikken heeft: "Nee waarlijk, daar is geen quaestie van mevrouw." "Och waarlijk niet dokter! Maar mijn kind is toch ziek, ernstig ziek. Zal hij beter worden, zeker?" "We zullen ons best doen om den luitenant weer heel gauw op de been te helpen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek