Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 8 juni 2025


Verwondert het u nog, dat het klassieke treurspel op zoo vele ongeroepen aansprekers bogen mogt? Ik heb de éénige poëtische zijde van zijn karakter in het licht gesteld, men vergunne mij te zeggen, de éénige plek aangewezen, waarop eenige soort van poëzij vat op hem had behalve het epicurisch genot der tafel. Ge begrijpt wat hij leed, toen het treurspel uit de mode raakte.

Op den vloer lagen metalen doodkist-plaatjes, houtspaanders, spijkers met dikke koppen en stukjes zwart laken verspreid en de muur achter de toonbank was versierd met de goedgelijkende voorstelling van twee aansprekers met stijve stropdassen om, op wacht in de deur van een voornaam huis, terwijl in de verte een lijkkoets, met vier paarden bespannen, naderde.

De andere leden van het gild, die twee aan twee achter het lijk zouden gaan, moesten in hunne gewone kleeding, in hunne wijde en lange mantels op hetzelfde uur komen. Vóór het lijk uit ging een lid van het aansprekers- of biddersgild, dat sedert 1626 tot op tien leden verminderd was, welke door den Magistraat moesten beëedigd worden.

De kist wordt nedergelaten in 't graf: de Aanspreker en chef deelt aan de, langs hem defileerende Aansprekers, Dragers, Dienders en Dekkers de verzegelde pakjes uit, welke hun loon bevatten: elk hunner, na zijn gift ontvangen te hebben, gaat de bloedverwanten voorbij en maakt een meer of minder zwierige buiging: en alles gaat uiteen; de Aansprekers, om nieuwe sterfgevallen te gaan verkondigen; de bloedverwanten, om de te huis gebleven familie te gaan vermelden, dat alles volbracht is: de dragers, om naar de kroeg te loopen.

Ik vrees, dat de tijd zal aanbreken en niet verre meer af is, waarin hij er niet alleen de jachten, de luifels, de zwanen, den Jan-Rodenpoortstoren, de toesleden, de haringpakkerij, de houten schoorsteenen, het Doolhof, de aansprekers, maar waarin hij er zichzelven niet meer zal terugvinden. Maar dan zal ook Amsterdam wel voorgoed ten val zijn geraakt. Over drie groote en miskende stadgenooten.

Eva is niet ijdel op haar schoonheid althans ze gelooft niet dat ze dááraan ooit voedsel heeft gegeven; maar nu, in haar prachtig blauw damastzijden kleed, met de witte camelia in de haren; de witte kanten berthe langs de blanke schouders waarover de zwarte lokken wiegen; zonder eenig ander versiersel dan het stel kleine diamanten, 'twelk August haar te Parijs had gekocht; zooals zij daar zit, naast mevrouw de gravin Van Leeuwen die zeer besproeteld en tamelijk corpulent is, en naast de burgemeestersvrouw die vijf en veertig jaren telt; nu zij, schuin tegen haar over, de schichtige gastvrouw ziet, met een heel mooie muts op de peper-en-zoutkleurige boucles, en twee geagiteerde kleurtjes op de wangen; nu zij daar, overal verspreid, de leden van haar sekse opmerkt, in 't rood en 't wit, in 't havanna en korenblauw, in 't neteldoek en barège nu ze eindelijk opstaat omdat ze een paar heeren die haar in beslag hadden genomen, wel kwijt wil wezen, en zegt dat ze mevrouw Debecque eens even wil toespreken ja nu zij, gracelijk knikkend, de gedesoeuvreerde aansprekers voorbijgaande, in haar ruischend kleed de rotonde, ten aanschouwe van zoo velen, doorschrijdt, nu gevoelt Eva iets vorstelijks, iets 'twelk haar het hoofd wat fierder doet opheffen, en glimlachen.... enfin zooals een geboren gravin Van Armeloo zou hebben geglimlacht.

Gij vindt er den blonden Engelschman naast den taankleurigen Italiaan: den blauwoogigen zoon van 't Noorden naast den zwartgebaarden Armeniër: den Spanjaard, in zijn mantel gewikkeld, naast den Persiaan in zijn kaftan: den winderigen Franschman nevens den listigen Moskoviet: en daartusschen, sjouwers, waagdragers, kruiers, boodschaploopers, kantoorbedienden, makelaars, aansprekers, ambachtslieden, schippers, zielverkoopers, wervers, steenslijpers en straatjongens, alles evenzeer vol drukte en beweging, en woelig door elkander dringende.

Woord Van De Dag

reichshofen

Anderen Op Zoek