Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 1 mei 2025


"Ik zou een goed en dapper aanvoerder willen worden," zeide hij zacht, "en ik zal dat worden, als jij mijn kleine schildwacht zijn wilt.... Wil je?" Nu sloeg zij de oogen naar hem op. Een wereld van zaligheid lag in die schuchtere meisjesoogen, een juichend ja, en toen verborg zij het gelaat aan zijne borst.

Maar niet minder dapper waren de mannen der reddingsboot; helden waren ook zij, schoon de eer der overwinning hun niet was weggelegd. Eervol mogen in dit herinneringsboek daarom nogmaals vermeld zijn de namen van allen, die in de redding een daadwerkelijk aandeel namen. Het waren: Van de blazer "Van der Tak": schipper Martijn Sperling, Cornelis Sparling, L. Sparling en G. Moerkerk.

Toen hij den jager zag was hij verwonderd en vroeg: »wat zoekt ge hier boven op den berg?« »De jager antwoordde: »ik kom je bestrijdenToen sprak de draak: »zoo menig dapper ridder heeft hier het leven moeten laten, met jou zal ik ook gauw hebben afgerekenden hij ademde vuur uit zeven muilen.

"Is het reeds lang geleden dat uw minnaar hier was?" vroeg Adelgonde, door de woorden van Anne op andere gedachten gebracht. "Nog gisteravond," antwoordde het meisje: "maar drommels en drommels! wat ben ik toch schrikkelijk dom en stoffelachtig!" vervolgde zij, zich eensklaps bezinnende: "Nu hebt gij reden om mij dapper te beknorren. Hij heeft mij iets voor u meegebracht!"

Neem mij, sprak een zestienjarig meideken, met een gezichtje zoo scherp als dat van een eekhorentje. Ik houd niet van notenkrakers, antwoordde Lamme. We zullen hem moeten geeselen, zeiden zij. Waarmede? Met schoone zweepen van droog leder. En dapper geklitskletst! Het hardste vel is niet bestand tegen lederen roeden. Neemt tien zweepen van karrelieden en ezeldrijvers, die zijn de beste,

"Zult gij ons niet voor lafaards houden, wanneer wij besluiten, niet hier met u te gaan vechten?" "O, neen! Een hoofdman moet niet enkel dapper en moedig zijn, hij behoort ook verstandig en voorzichtig te wezen. Geen aanvoerder mag zijn onderhebbenden noodeloos opofferen. Ik zelf heb altijd den vijand slechts dan aangetast, wanneer ik zeker was van de overwinning.

Wat deert het u, of ik hem niet lijden mag? Om mijnentwil moogt gij geene onrechtvaardige daad begaan en bovendien zal ik mij wellicht in den loop der jaren met hem verzoenen, daar ik wel inzie, dat hij een dapper ridder is!" Opnieuw zaaiden hare woorden wantrouwen in het hart des konings en treurig verliet hij het vertrek.

Gerbino zag dit en zeide tot zijn metgezellen: Heeren, wanneer gij zoo dapper zijt als ik denk, geloof ik niet, dat een van u nooit liefde zal gevoeld hebben of nog gevoelt, zonder welke, naar ik zelf meen, geen sterveling eenige deugd of iets goeds in zich kan dragen en als gij verliefd geweest zijt of nog zijt, zal het voor u gemakkelijk zijn te begrijpen wat ik verlang.

Ik was even ontdaan als verontwaardigd over des keizers eisch en ik trachtte Zijne Majesteit uit te leggen, dat het noch verstandig, noch rechtvaardig was zoò te handelen, en ik zei hem, dat ik mij er nooit toe zou leenen om een dapper en vrij volk onder het juk der slavernij te brengen. De keizer heeft mij deze vrijmoedige weigering nooit vergeven.

De moeilijkheid was hierin gelegen, dat zij bewaakt werd door een vuurspuwenden draak, die nooit een enkel oogenblik in slaap viel; en menig dapper man, die ieder oogenblik gereed stond, om den strijd te aanvaarden tegen twee of drie, ja zelfs tegen vier of vijf dappere krijgslieden, deinsde terug voor het gevaar, in sintels te veranderen.

Woord Van De Dag

furieuze

Anderen Op Zoek