Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 13 juli 2025


Katelijne werd insgelijks voorgebracht, doch met de handen van voren gebonden en gekleed in een grijs lijnwaden kleed, hetwelk de dos der gevangenen was. Joost Damman, ondervraagd, bekende dat hij zijn vriend Hilbert gedood had, in tweegevecht, met het zweerd. Als men hem zei, dat hij gedood was met een dolk, antwoordde Joos Damman: Ik heb hem afgemaakt, omdat hij niet gauw genoeg stierf.

Toen zei de baljuw: Hebt gij niets te belijden? Ik heb niets meer te zeggen, antwoordde Joost Damman: Gij weet alles. Daar hij volherdt in zijn loochenen, zeide de baljuw, zal hij tot verdere en volledige belijdenis op de koordebank blijven zitten en zal hij dorst lijden, en men zal hem beletten te slapen.

Als gij hem goed beziet, zult gij merken, dat hij niets meer heeft van zijn duivelschen staat, uitgenomen zijn ijskoud lichaam, en ook zijn gezicht, dat glanst lijk, in de oogstmaand, de branding der zee, als donder op handen is. En Joost Damman sprak: Zwijg, tooveres, gij doet mij verbranden!

Als Joost Damman inderdaad een harige vlek heeft op zijnen rug, is dit merk voldoende om zijne eenzelvigheid te doen vaststellen met den duivel Hans, op denwelken Katelijne verliefd was. Beul, toon ons het merk op den rug. De hangman ontblootte den hals en den schouder, en toonde de bruine, harige vlek.

Toen sprak de baljuw: Nele, de dochter, die heure moeder Katelijne met zooveel genegenheid verdedigt, heeft in den genaaiden zak van den besten rok derzelfde Katelijne een briefje gevonden, geteekend "Hansken". In de beugeltassche, gevonden op het lijk van Hilbert Rijnvisch, stak een andere brief, aan hem gezonden door Joost Damman, beschuldigde alhier tegenwoordig.

Daar werden zij rechtover elkander gezet en ieder gebonden op eene bank, bekleed met knoopkoorden, die hen schromelijk pijnigden. En ieder moest een glas water drinken, met zout en salpeter er in. Joost Damman kreeg vaak op zijne bank, maar de serjanten sloegen hem wakker. En Katelijne zeide: Om Gods wil, slaat hem niet, mijne heeren, gij breekt zijn arm lichaam.

En ik vraag aan de vierschaar Katelijne en Joost Damman op de pijnbank te leggen, ten einde te weten of zij beiden geenerlei andere misdrijven hebben gepleegd dan degene, die reeds gekend en onderzocht zijn. Vermits Joost Damman weigert iets meerder te bekennen dan den moord, en Katelijne niet alles gezegd heeft, gebieden ons de wetten des Rijks te handelen naarvolgens mijn voorstel.

's Anderen daags woei de wind uit Brabant: de sneeuw smolt en de meerschen werden overstroomd. En de burgstorm luidde, om de rechters naar de vierschaar te roepen, onder het afdak, om den wille van de vochtigheid der zodenbanken. En het volk stond rond de vierschaar. Joost Damman werd voorgebracht, zonder kluisters, in zijn prachtige kleeren.

O! mijne heeren, een dropje slechts, ik brand in het vuur! Hans, ik weet waar hazelaars groeien, maar gij moet wachten tot in den voortijd. Zwijg, ellendige, zei Joost Damman, ik ken u niet. Hilbert hebt gij genomen voor mij: hij is 't die boven bij u kwam. En, met uw helschen geest, hiet gij hem Hans.

De baljuw beproefde het bolleken perkament los te maken, doch te vergeefs; en Joost Damman schompermuilde. Toen sprak een schepen: Laat ons het bolleken in 't water leggen en vervolgens voor 't vuur stellen. Als het door een heimelijk middel toegeplakt is, zullen water en vuur het wel losmaken.

Woord Van De Dag

galoppeer

Anderen Op Zoek