United States or Uruguay ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hoe jammer, niet waar, dat zoo'n vrouw niet in haar jeugd door den bekenden: "dominee die terstond bemerkte dat er wat in zat" gekuischt was met latynsche verzen! Zonder maat, rym, spondaeen of mythologie, schreeuwden die plompe boterammen: Tast toe, m'n jongen! Je moet honger hebben! Zóó verstond Wouter de alexandrynen van Vrouw Claus.

De wrevel in byzondere gevallen over de minachting, byv. waarmee de opgeblazen Hersilia hem behandeld had was gemakkelyker te verklaren, en dit deed-i dan ook zoo goed hy kon. Als 't kind van de kerk was, zou ik zeggen dat je hem eens onderhanden moest nemen, zei Vrouw Claus tot den pater.

Elken keer dat een der beelden die 'n rol hadden gespeeld in de laatstverloopen dagen van z'n leven, zich aan zyn verbeelding vertoonde, joeg hy het driftig weg. Niet Laps alleen, noch Gooremest, noch de goede Vrouw Claus ... hy bloosde, en keek Merkurius aan, die ... ook geen kleeren aan 't lyf had. Wèl ... gekleed of niet, hy wou er niet van weten. Hy zat daar niet op dat hooge stoeltjen om aan mythologie te denken, noch aan pudeur, noch aan dat bad by de put! Weg met dat alles: hy moest in den handel! En, wel beschouwd, hy w

De Turken die hy ditmaal tegenover zich zag hadden geen verschrikkelyk voorkomen. Ze waren ongewapend en vermoordden geen enkelen zuigeling. Vrouw Claus stond allerhuiselykst aan 'n wasemende waschtobbe de zeep stonk... turksch! en pater Jansen rookte even huiselyk 'n goudsche pyp. Zoo, jongeheer, ben jy daar? Komaan, dat 's goed!

Waar is ze dan moeder voor? Neen, juffrouw, maar... Zeg jy maar Vrouw Claus. Ik ben geen juffrouw, en wil 't niet wezen. Och, Vrouw Claus, m'n moeder weet er niets van. Ik kom van Haarlem, en... Van Haarlem? Wat deed je dáár? En moet je 'r daarom zoo verpieterd uitzien? Als Fem hier was, zou ze... Is ze dan niet hier, vroeg Wouter haastig, is Femke niet hier? En ik heb 'r gezien!

Heb je misschien kennis aan 'n horlogemaker? Neen, stamelde Wouter. Misschien weet Vrouw Claus wel waar we wezen moeten, zei de pater, terwyl-i 'n ouwerwetsch zilveren horloge uithaalde. Maar 't is niet best van loop... als we maar wisten wie 't koopen wou! Waarom huilje? Inderdaad, de tranen liepen Wouter over de wangen. O neen, neen, d

Ja, o ja, riep Wouter. Men moet altyd z'n woord houden, zei pater Jansen. Dus je belooft het? vroeg Vrouw Claus. Ja, by God! riep Wouter. Je hoeft er niet op te zweren, mannetje, vermaande de pater, die als 'n eed opnam wat in Wouter's mond slechts 'n romanfraze was, al meende hy 't dan even goed alsof-i eenvoudig "ja" gezegd had. Hy 'n dame verraden, en háár nogal!

By de eerste druppel rilde hy, en weldra klaterde 'n breede waterstraal hem op hoofd en schouders. Van teweerstellen was geen spraak. Hy kon zien noch spreken, en Vrouw Claus vatte z'n "brrr!" dat misschien beteekenen moest: "genoeg, genoeg!" als 'n betuiging van tevredenheid op. Ja, zieje, na zoo'n val stygt het bloed... 'n Pompslag! Brrr! ...naar je hoofd! En de kou van 't water... 'n Pompslag!

Je hebt er geen begrip van, hoe dronken ik geweest ben! Och, zeg me nu asjeblieft je boodschap! Ze liet zich bewegen. Heel gelukkig. Hy was waarachtig in-staat geweest haar te streelen, maar deze ramp werd hem uitgewonnen, want ze begon: Ik ben 't Stakkervrouwtje, weetje, en woon achter de planken, by den molen, en Vrouw Claus is eigenlyk 'n nicht van me ... O goden, alweer 'n nicht!

Vrouw Claus zei dat het meisje meer had willen geven, maar dat ze haar hiervan had teruggehouden uit vrees voor 't "verdoen." Die glinsterende stukken herinnerden Wouter aan de gemakkelykheid waarmee de schipper met den bonten muts zich gezag had weten te verschaffen in die kroeg op de Botermarkt.