United States or Canada ? Vote for the TOP Country of the Week !


"De volgende middag al zitte we in Amsterdam in die fijne dames-zaak op 't Rokin, 't Groene Huis, Maison Verte, met z'n twee en twintige an tafel in een bonte rij, om an mijn adjudante die etiquette te leere, en de omgang met de edelvrouwe in zij en satijn, gepoeierd èn gedecolleteerd, en hoe ze die als d'r cavaliers bediene motte, dat ze later, as ik an die grootelui's tafels wier genood, geen flater zouwe make, door bevoorbeeld maar toe te taste na wat die gravinne en freules zoo bloot an d'r buurlui late zien. En we hebbe 't daar vol gehouwe,

Ik heb een gevoel als een mondaine Londensche dame, nu ik hier zoo laat zit te schrijven, met mijn kamer vol mooie dingen, en mijn hoofd een mengelmoes van parken, schouwburgen, nieuwe japonnen en galante cavaliers, die "Ah" zeggen en hun blonde snorren op de echt Engelsche-Lords-manier opstrijken. Ik verlang ontzettend jullie allen weer te zien, en niettegenstaande al mijn malle praat ben ik

Nu vraag ik u eens, was dat niet om ons allen te railleeren en bloedig te krenken?" "Het komt mij voor, dat zij hare vriendinnen meer eer wilde aandoen dan hare cavaliers."

Maar hoe vreemd kwam het hem voor, toen op eens de dame zelve naar hem toekwam, en, hem ombeschaamd aanziende, lagchende zeide: "Eh bonjour, mon cher Milord!" "Comment, Madame?" zei Pols ontzet; want nu eerst werd het hem duidelijk, dat de dame mede in het complot tegen hem betrokken was. "Lache!" riep een der cavaliers hem toe. "Poltron!" begroette hem de andere.

Eindelijk, toen ook de andere vrienden weêr in het gezigt kwamen, verliet Lurgrave de Hollanders en sloot zich weêr aan het Fransche reisgezelschap aan; fier passeerde hen de dame, aan den arm van den Engelschman vertrekkende, en de cavaliers, die haar volgden, keken de vrienden trotsch aan, met overmoed hunne vreeselijke knevels omhoogstrijkende.

Hij ontwijkt den stier, wiens horens omwikkeld zijn, komt nader, wijkt terug, doet sprongen en schittert in de zon met galoppeerende bewegingen, die herinneren aan de stralende cavaliers van Velasquez. Het is een aardig schouwspel, en na den afloop wordt er gepraat en worden bezoeken afgelegd tusschen de verschillende loges.

"Kent u den heer Robert Ferrars?" vroeg Elinor. "In 't geheel niet ik heb hem nooit gezien; maar ik geloof, dat hij in 't minst niet op zijn broer gelijkt, hij is dom en verbazend ijdel, een echte fat." "Een echte fat!" herhaalde haar zuster, die bij een plotselinge pauze in Marianne's muziek, de laatste woorden had opgevangen. "O, ze zijn natuurlijk aan 't praten over hun uitverkoren cavaliers."