Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 7 juni 2025
Hij durfde hen niet roepen, want een kreet kon alles verraden; maar hij had een denkbeeld, een laatste, een lichtstraal; hij haalde uit zijn zak het eind touw van Brujon, dat hij van den schoorsteen van het nieuwe gebouw had getrokken en wierp het in de omheinde ruimte. Dat touw viel aan hun voeten. "Een touw!" zei Babet. "Mijn touw!" zei Brujon. "De herbergier is daar," zei Montparnasse.
Brujon scheen door de gevangenis geheel ontsteld. Men zag hem soms uren lang op de plaats bij het raampje der cantine staan, als een zinnelooze de vuile prijslijst der waren beschouwende, die begon met: knoflook 62 centimes, en eindigde met: sigaren vijf centimes.
't Is onnoodig den zin van dit vreeselijk doorschijnend woord te verklaren; 't welk tegelijkertijd moorden, doodslaan en rooven beteekent. Eten beteekent hier eigenlijk verslinden. "Laten wij elkander goed verstaan," zei Brujon. "Nog een paar woorden en dan scheiden wij.
Aan deze woorden, in zuiver Fransch gesproken, herkende Thénardier Montparnasse, die er zijn eer in stelde allerlei soort van dieventaal te verstaan, maar ze niet te spreken. De vierde zweeg, maar zijn breede schouders verrieden hem. Thénardier behoefde niet te twijfelen. 't Was Gueulemer. Brujon antwoordde schier driftig, doch altijd zacht: "Wat zegt ge?
"Een man! niet mogelijk! wel een jongen." "Wij zouden een jongen moeten hebben," hernam Brujon. "Waar een kleinen jongen te vinden?" zei Gueulemer. "Wacht," zei Montparnasse. "Ik weet er een!" Hij opende zacht de deur der schutting, overtuigde zich dat niemand op de straat was, ging voorzichtig naar buiten, sloot de deur achter zich, en liep haastig naar den kant der Bastille.
De straatjongen bezag het touw, de pijp, den muur, de vensters, en maakte met de lippen dat minachtend, onbeschrijfelijk geluid 't welk beteekent: "Anders niet?" "Hierboven is een man, dien ge redden kunt," hernam Montparnasse. "Wilt ge?" hernam Brujon. De knaap maakte een gebaar alsof deze vraag hem ongehoord voorkwam, en hij trok zijn schoenen uit.
Voor dat eenig gerucht tot den bewaarder was gekomen, die uit zijne getraliede cel, in de slaapzaal kon zien, was de muur doorgebroken, de schoorsteen beklommen, het ijzeren hek, dat van boven den schoorsteen sloot, verbroken en waren de twee geduchte bandieten op het dak. De regen en wind namen toe, het dak was glad. "Welk een goede nacht voor de vlucht," zei Brujon.
De Brujon van 1811 was de vader van den Brujon van 1832. Deze laatste, dien men bij de hinderlaag in het huis Gorbeau slechts onduidelijk gezien heeft, was een zeer sluwe, behendige knaap, met een bescheiden en weemoedig voorkomen. Om deze reden had de rechter van instructie hem in de algemeene gevangenis doen brengen, in de meening dat hij hier nuttiger zou zijn dan buiten toegang in zijn cel.
De oppasser trad binnen, men zette Brujon een maand in het cachot, maar men kon niet vinden wat hij geschreven had. De politie vernam evenmin iets. Zeker is het, dat den volgenden dag "een postillon" van de plaats Charlemagne over het vijf verdiepingen hooge gebouw, dat beide plaatsen scheidde, in den Leeuwenkuil werd geworpen.
Bernard, maar de dieven den Leeuwenkuil noemden, zag men op den vuilen muur die zich links tot aan de daken verhief, bij een oude verroeste ijzeren deur, welke in de oude kapel van het hertogelijk hôtel de la Force voerde, en welke kapel thans als slaapzaal voor dieven dient, voor omstreeks twaalf jaren een soort van bastille met een spijker in de steenen gekrabd en daar onder deze naamteekening: Brujon, 1811.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek