Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 7 oktober 2025


»Het medaillon en de ringvroeg Mr. Brownlow aan Monks. »Die heb ik gekocht van den man en de vrouw, waar ik u van heb verteld; die vrouw stal ze van de baker, die ze van het lijk stalantwoordde Monks met neergeslagen oogen. »U weet wat er mee gebeurd is

Ofschoon de heer Brownlow zelf ietwat heftig van aard was, verdroeg hij dit alles omdat hij de eigenaardigheden van zijn vriend kende met volkomen goed humeur en daar de heer Grimwig bij de thee zijn goedkeuring te kennen gaf omtrent de muffins, ging alles naar wensch. Oliver, die ook van de partij was, begon zich meer op zijn gemak te voelen in het bijzijn van den driftigen ouden heer.

Monks wierp den jongen een blik van haat toe, die hij zelfs nu niet bedwingen kon en ging dicht bij de deur zitten. De heer Brownlow, met papieren in de hand, ging naar een tafel, waar Rose en Oliver dichtbij zaten. »Het is een pijnlijke plichtzeide hij, »maar deze verklaringen, die te Londen in tegenwoordigheid van vele getuigen geteekend zijn, moeten in extenso hier herhaald worden.

»Ik ben niet van plan het op een accoordje te gooienzei de heer Brownlow, »en daar ik hierin voor de dierbaarste belangen van anderen opkom, heb ik er ook het recht niet toe.« »Is ervroeg Monks hakkelend »is er geen middenweg?« »Neen

Toen de oude heer er alleen met een glimlach op antwoordde, schudde de oude dame haar hoofd en streek haar schort glad om een nieuwe toespraak te beginnen, doch de heer Brownlow hield haar tegen. »Stiltezei de oude heer, met een vertoon van boosheid, die hij in 't minst niet voelde. »Laat mij nooit meer den naam van den jongen hooren. Ik heb gescheld om u dat te zeggen. Nooit.

»Jazeide Monks, met een schuinschen blik naar den jongen, die zoo beefde dat men bijna het kloppen van zijn hart kon hooren. »Dat is hun bastaard.« »De uitdrukking, door u gebruiktzei Mr. Brownlow op strengen toon, »is een verwijt voor hen, die lang reeds vrij zijn van de zwakke berechting dezer wereld.

Oliver liep den éénen kant op en het dienstmeisje den anderen en juffrouw Bedwin stond op de stoep om den jongen te roepen; maar er was geen jongen te zien. Oliver en het dienstmeisje kwamen buiten adem terug, om te zeggen, dat hij niet te vinden was. »Och, wat spijt me datriep de heer Brownlow, »ik had zoo graag, dat hij die boeken van avond nog terugkreeg

Brownlow; met de merkwaardige voorspelling, die door zekeren heer Grimwig omtrent hem geuit werd, toen hij voor een boodschap werd uitgezonden. Oliver kwam spoedig bij uit de flauwte, door den plotselingen uitroep van Mr. Brownlow veroorzaakt; in het volgende gesprek werd het noemen van het portret zoowel door Mr.

Eindelijk bleef bij staan en trok heftig aan de bel. »Juffrouw Bedwinzei de heer Brownlow, toen de huishoudster binnenkwam, »die jongen, die Oliver, is een bedrieger.« »Dat kan niet, mijnheer. Dat kan nietzei de oude dame beslist. »Ik zeg je, dat het zoo iszei de oude heer scherp. »Wat wil je zeggen met dat: 't kan niet?

Het is een vaste en zeer geliefkoosde grap van den heer Brownlow, hem te bespotten om zijn vroegere voorspelling aangaande Oliver en hem te herinneren aan den avond, toen zij met het horloge tusschen hen in zijn terugkomst zaten af te wachten; maar Mr.

Woord Van De Dag

cnapelinck

Anderen Op Zoek