Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 20 oktober 2025
Ik merkte op, dat daar vleesch van allerlei dieren was, maar kon ze niet door mijn smaak herkennen. Er waren schouders, bouten en lendenstukken, gevormd als van schapen, en uitstekend toebereid, maar kleiner dan leeuweriks-vleugels. Ik at ze bij twee of drie in een mondvol, en nam drie brooden tegelijk, elk zoowat van de grootte van een musketkogel.
"Want hoe", zeiden zij allen, "kunnen wij nu uitmaken, wat naar verhouding de onderlinge waarde is van onze verschillende artikelen en diensten, die wij met elkander willen ruilen?" "Hoe kan ik weten," zeide Twist, "hoeveel brooden ik zou moeten krijgen voor mijn jas?" "Of ik," zeide Pecks, "hoe kan ik uitmaken, hoe hoog en breed de schoorsteen moet zijn, dien ik zal maken voor mijn kleedingstuk?"
De kwabakker gaf hem voor eten drie oudbakken brooden per week en deed hem slapen in een kot onder het dak, waar het regende en waaide dat het een pleizier was. Als Uilenspiegel zag, dat hij zoo slecht behandeld werd, bakte hij zijnen baas verscheidene poetsen en onder andere deze: als men 's morgens heel vroeg bakt, moet men 's nachts het meel builen.
Dan brengen zij haar een kind van het mannelijk geslacht, dat zij kust, en driemaal opheft. Daarna treedt zij het huis binnen; onder haar armen heeft zij brooden en in haar handen flesschen wijn zinnebeelden van weelde en voorspoed.
Maar in het gauwe gaan was het lichtje achter Johans rug flap uit gelijk een uitgewaaide vlam; nagezeten menschen die op de teenen vluchten, zoo draafde hij schichtig achter den schichtigen Vogel. Ze waren de groote Zoccostraat voorbij gesneld. En nu langs den opstand waaronder overdag de koopvrouwen met de brooden zaten, bedaarde het geloop.
Op zekeren dag stond eene schare armen voor Seraphim's cel; wachtende op brood. Hij zag zijn voorraad na, en bespeurde dat hij maar twee brooden had: wat zou hij met twee brooden aanvangen tegenover deze hongerige schare? Hij riep tot God en zie, twintig brooden lagen op zijne tafel!
Een bakker treedt voor: hij beklaagt zich dat een zijner klanten hem sedert geruimen tijd niets betaald heeft. "Aga, zoo besluit hij zijne aanklacht, die man neemt alle dagen zes brooden van mij; gij begrijpt dus welke schade ik lijden zou, als gij hem niet dwingt zijne schuld te betalen.
Marie zonk op haar knieën neer. Haar handen betastten Anne's kleed. "Zuster! gij liegt. O! deze leugen zal u nooit vergeven worden. Bij uw zaligheid ... geef mij brood." Toen sprak Anne een vreeselijken eed: "Zoo waarlijk mogen mijn brooden in steen veranderen, wanneer ik ze heb. Zoo waarlijk moge het meel in mijn vingers tot steen worden, als ik bak. Ik heb geen brood."
"Jansen," zeide hij, zijn geld op de toonbank leggende, "wil u even twee brooden naar mijne moeder brengen? Maar liefst dadelijk; er is haast bij." "'k Zal er voor zorgen, Dik." Vandaar ging Dik naar vrouw Boon, die nog altoos in haar winkeltje woonde. Hij deed de deur open en stapte naar binnen. "Goeden morgen, vrouw Boon." "Goeden morgen! Hé, Dik, ben jij daar?
't Werd een benauwd relletje. Ze drongen hoe langer hoe meer op. "Wees toch voorzichtig!" riep ik "als 't beest achteruit trapt, krijg je ongelukken." "Hij trápt niet achteruit!", zei Lou. "Stommerik," zei ik zacht. Maar op eens begon het beest geweldig te hinniken. Het was een gehinnik zóo schel als van een stoomfluit. Van schrik liet de bakker zijn brooden vallen. De merrie beet er in.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek